#336

Mijn straatnamen Marijke de Jong

Mijn man solliciteerde op een vacature bij de straatnaamcommissie van de gemeente. Maar hij werd het niet; ze zochten eigenlijk een vrouw. Ik stond net, heel traditioneel, te stofzuigen en riep “Dan doe ik het toch!”.

Ik had al een drukke baan als geschiedenisdocente en had twee jonge kinderen, maar het leek me toch leuk dit erbij te doen. Ik werd aangenomen en heb vanaf 1992 zo’n 10 jaar in de commissie gezeten.

Lange tijd zijn Aty Veldhuizen en ik de enige vrouwen geweest tussen alle mannelijke leden. De burgemeester deed mee, een ambtenaar notuleerde, er was iemand van het Streekarchief aanwezig en iemand van Openbare werken. Deelname van ‘burgers’ werd nodig geacht om het draagvlak onder de bevolking te vergroten.

Eisen

Een straatnaam moet aan eisen voldoen. Enkel overleden personen mogen worden genoemd, die moeten overigens wel al 20 jaar dood zijn. Een uitzondering hierop zijn de leden van het Koninklijk Huis. Je kunt bekijken wat de historische achtergrond van de locatie is en hoe de straatnamen eromheen zijn. Als de straatnaam ook al in omliggende gemeentes voorkomt kan dat verwarrend werken. En is een naam niet te lang of ingewikkeld? Ik heb weleens gegrapt dat ik de voorgestelde namen aan mijn kinderen zou voorleggen om te bekijken of het goed uit te spreken zou zijn ...

Die naam is van mij!

Zo zijn er vele straten in Gouda waarvan ik de naam heb zien ontstaan: de Achterwillense bocht, straten in Goverwelle, de Keerkring en andere straten in Nieuwe Park-West, de straten in de Vlinderbuurt. En alle straatnamen in de Gaardenbuurt die beginnen met een letter uit het alfabet na de ‘t’. Ook de naam voor de nieuwste wijk in Gouda, Westergouwe, heb ik meebedacht. Het geeft een gevoel van betrokkenheid bij de stad. Elke keer als ik nu door een staat rijd die ik mede heb bedacht, zoals de Ouverturelaan in Goverwelle, denk ik ‘die naam is van mij’.