#737

Mijn rechten als moslima Chahida el Mossaoui

Chahida 2

Dit verhaal is geplaatst in de categorie personen & verenigingen, zorg, welzijn & religie.

Alle categorieën

Ik ben 66 jaar geleden geboren met de naam Doreen, als tweede kind, in een traditioneel katholiek gezin met vier kinderen. Mijn vader werkte hard voor zijn gezin en volgde de avondschool om hogerop te komen. De beperkte aandacht die hij had voor zijn gezin ging naar de jongens. Ik was een meisje, dus moest het vooral met mijn moeder doen, die mij maar lastig vond en met wie ik een moeizame relatie had.

Als kind ging ik graag naar de kerk. Toen ik 14 jaar was kon ik meewerken aan de voorbereiding van de zondagsdienst. Ook in de jaren daarna was ik betrokken bij de kerk en kerkelijke activiteiten. Het ging mij niet alleen om het geloof, maar voor een deel ook om gezien en gehoord te worden.

De route naar sjahada

Tijdens het vak geestelijke vorming van mijn verpleegstersopleiding vertelde een Marokkaanse maatschappelijk werker over de verschillen van leven van een moslim en een christen. Het doel was toen om begrip te kweken voor de islamitische medewerkers in het ziekenhuis. Ik vond het boeiend, maar meer ook niet. Ik zocht vooral ook de verschillen: kleding, ramadan, scheiding tussen mannen en vrouwen. Er was wel een zaadje gepland, want vanaf die tijd ging ik me meer verdiepen in verschillende religies. Lezen, en in gesprek proberen te komen met mensen met een andere religie. Jaren later, ik was inmiddels 26, kwam Abdelwahid van Bommel, een Nederlandse bekeerling die imam was geworden, zijn verhaal doen op het buurthuis. Dat staat nog scherp op mijn netvlies: een man met een djellaba, een baard, een andere naam en hij ging ook nog vasten tijdens de ramadan. Ik kon mij daar toen geen voorstelling bij maken. Drie jaar later ben ik gevraagd om mee te werken aan de wederopbouw van stichting Buitenlandse jongeren, een ontmoetingsplek voor Marokkaanse en Turkse jongens. Mijn collega’s stelden mij vragen over mijn religie, waar ik gewoon geen antwoord op had. Zie je wel dat de onze de beste is … Om te kijken of zij of ik gelijk hadden, ben ik gaan lezen, en dat raakte. Daar is mijn zoektocht naar de islam gestart. Het heeft in 1988 geleid tot een bekering, het opzeggen van de sjahada, op het consulaat van Marokko in Rotterdam.

Keuze werd gedoogd

Mijn familie was niet blij met mijn stap en dat is dan nog zachtjes uitgedrukt. Ik had afstand van mijn afkomst genomen, werd er gezegd. De reacties waren divers. Zo wilde de een niet meer met mij praten, de ander kwam met verwijten, en een volgende kon ronduit discriminerende opmerkingen maken. Ik had inmiddels een relatie met de vader van mijn dochter. Deze had uitgelegd dat ik wel een hoofddoek moest gaan dragen (dit werd later met dwang opgelegd). In die tijd was het probleem dat er geen boeken in het Nederlands waren, zodat ik ook mijn kennis niet kon laten groeien. Ik moest het doen met wat mij verteld werd en dat was niet heel veel. Ook veel moslims om mij heen hadden toen weinig kennis van de islam. Ook het dragen van de hoofddoek voelde voor mijn familie alsof ik hen ten schande maakte. Er is jarenlang strijd om geweest, totdat het werd gedoogd. Maar gedoogd worden staat ook ongeveer gelijk aan niet gezien worden.

Rechten en respect

Voor de veiligheid van mijn toen bijna driejarige dochter en mijzelf, moest ik – na een relatie van ruim zes jaar – vluchten voor mijn gewelddadige partner. Zeker weet je zoiets achteraf nooit, maar grote kans dat ik niet meer had geleefd als ik was gebleven. We werden geholpen door een niet-moslim. De politie had mijn partner uit huis gehaald, ik kreeg de woning. Ik zou niet vrolijk worden van de aanblik van hoe het was achtergelaten, dus werd besloten dat ik niet mee zou gaan toen het huis werd leeggehaald. Later bleek dat alles gewoon was weggegooid: mijn Marokkaanse jurken, mijn paar islamitische boeken, mijn hoofddoeken. Ik heb daar nooit wat van gezegd maar ben opnieuw begonnen. Ik schafte boeken aan en las over de islam, vooral de positie van de vrouw. Zo wilde ik ontdekken of het klopte dat ik niets anders te verwachten had gehad, of dat ik wel rechten had. En geloof mij, die heb ik wel! Ik ontdekte dat het krijgen van rechten afhangt van de man: wil hij ze geven of niet. Mijn ex-man wilde, voor zover hij bekend was met die regels, geen rechten geven. Ik had alleen plichten. Inmiddels ben ik 27 jaar samen met een Marokkaanse man. Een praktiserend moslim, die mij mijn rechten geeft, die respect voor mij heeft en die mij steunt in mijn persoonlijke ontwikkeling.