#520

Reizigers Geert Smits

Verstopt achter de Praxis, weggemoffeld achter een haag bomen, ligt een kamp. Aan mijn zicht onttrokken leven de bewoners in een eigen wereld. Een wereld die zich, nog niet zo lang geleden, verplaatste van land naar land, van stad naar stad, van dorp naar dorp.

Een woonwagenkamp. Zigeuners. Sinti en Roma. Kampers. Een volk van dieven en criminelen. Die, áls ze al werken, in auto's handelen of ramen zemen. Vreemd volk.
Wist ik veel …

Ontheemding

Wie zijn die mensen die door sommigen met de nek worden aangekeken? Een groep in de samenleving die niet meer kan leven zoals hun ouders, hun grootouders en alle generaties vóór ze hebben geleefd. Want ze reizen niet meer, maar staan op kampen verspreid door de steden. Ontheemding doordat ze niet meer met grote gezinnen bij elkaar kunnen staan. Niet meer kunnen reizen.

Reizen als noodzaak

Ze noemen zichzelf reizigers. Kampers is een scheldwoord. En als je naar de geschiedenis van deze mensen kijkt ‒ reizen ‒ begrijp je waarom het een scheldwoord is. Een kamper staat op dezelfde plaats.
Het reizen was geen keuze. Denk niet dat het hele gezin met de caravan op stap ging voor vakantie of een ander uitzicht. Het was pure noodzaak om te overleven. Zo rond 1800 waren er geen uitkeringen en lag het werk niet voor het oprapen. Ze reisden van werk naar werk en namen het gezin mee. Om een beetje veilig te reizen, zochten ze elkaars gezelschap op.

Verbod op rondtrekken

De reis stopte in de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers verboden het rondtrekken en pakten de woonwagens af. Na de oorlog vond de Nederlandse regering dat best een goede maatregel ‒ en dus is het nog steeds verboden om rond te trekken met een woonwagen. In de zomer trekken de woonwagenbewoners er dan ook massaal op uit met de caravan.

Bezoek aan kamp

Om de reizigers, Nederlanders zoals jij en ik, te leren kennen, heb ik een bezoek gebracht aan het gezin Van Haut. En zoals altijd vielen veel vooroordelen weg. En andere aannames werden bevestigd.
Het is een gesloten gemeenschap die vreemdelingen met wantrouwen tegemoet treedt. Ik reed het kamp binnen en werd welkom geheten door een van de bewoners die hout stond te hakken. Wat ik kwam doen? En of ik die auto maar direct wilde weghalen! Oké, best verontrustend, zo'n man vol tattoos met een bijl in z'n handen. Ik kwam voor Jan van Haut. Waarom? Om naar zijn verhaal te luisteren en portretfoto's te maken.
Geen probleem. We hebben een tijd staan praten over bezoekers die echt geen idee hadden dat ze een grens waren overgegaan en waarvan de auto's waren weggesleept. En over de gemeente die het liefst zag dat iedereen in een huis ging wonen.
Ik moest aan het eind rechts zijn.

Vooroordelen weggooien

Jan van Haut, Johanna en Josef wonen met zijn drieën in de woonwagen zonder wielen. Trapje op, schoenen uit en of ik thee wilde? Natuurlijk. Ga zitten en wat wil je?
Ik wil weten wie jullie zijn en waarom er zoveel vooroordelen over jullie zijn. En als ik jullie verhaal heb gehoord een portret maken. Zodat we met jullie kunnen kennismaken. En onze vooroordelen kunnen weggooien.
En dat is gebeurd. Ik heb met verbazing naar de foto's gekeken en de verhalen beluisterd. Ik heb portretten gemaakt van Jan, van Johanna, van Josef en van de broer van Jan; Josef. Want dat is het bijzondere van een woonwagenkamp: iedereen is familie. En nieuwsgierig. Dus het was een zoete inval.

Ford Mustang

In de tentoonstelling in Gouwe Stek op Hemelvaartsdag 2022, tijdens de wandeling van Libertum voor gastvrijheid en verdraagzaamheid, stelde ik wandelaars voor aan de familie van Haut. Een gewoon gezin in een niet zo gewoon onderkomen. En als je wilt weten wat ze voor werk doen? Ze restaureren Ford Mustangs. Een wrak wordt een collector’s item.

Dit verhaal werd verteld tijdens de wandeling voor gastvrijheid en verdraagzaamheid die Libertum organiseerde op Hemelvaartsdag 2022.