#435

Een rivier getemd Han Breedveld

Foto 20 02
Foto Nico J. Boerboom

Dit verhaal is geplaatst in de categorie landschap & natuur.

Alle categorieën

Toen Gouda in 1272 stadsrechten kreeg, was onze Hollandsche IJssel nét zo’n machtige stroom als de Rijn bij Schoonhoven, of de Waal bij Gorinchem.

In 1285 veranderde de situatie ingrijpend. De IJssel werd bij Klaphek te Vreeswijk van de Lek afgedamd. De oorzaak was de ontginning van het moerasgebied tussen de grote rivieren, waar de Hollanders al 300 jaar mee bezig waren. Daar kregen ze een rekening voor gepresenteerd. Door de ontwatering van het veen en door de oxidatie die daarmee samenhing, ging de bodem dalen. De vloed vanuit zee begon twee maal per dag over de kruinen van de IJsseldijken te stromen, en de jaarlijkse dooi in het achterland deed daar nog eens een schepje bovenop. Onze voorvaderen probeerden het probleem aan te pakken door de kreken in het veengebied af te sluiten met dammen en keersluizen, zodat het rivierwater niet verder kon binnendringen. Om die reden werd ook de Donkere Sluis aangelegd. En ook werden de dijken verhoogd. Maar de enige oplossing leek afdamming.

IJsselsteentjes

Daarmee ontstond echter een nieuw probleem. De rivier begon te verlanden. Weliswaar heeft dat geleid tot een wonderschoon rivierenlandschap, maar het water moest wel voortdurend op diepte en breedte worden gehouden. Er werd van de nood een deugd gemaakt, door van het baggerslib IJsselsteentjes te bakken. Daarvan zijn er honderden miljoenen geproduceerd, maar toch niet genoeg om de IJssel op diepte te houden. Intussen raakten de dorpen en steden stroomopwaarts steeds meer geïsoleerd. Er werden plannen gemaakt, maar die werden nooit uitgevoerd. Totdat in het midden van de negentiende eeuw de toestand onhoudbaar was geworden. De rivier moest gekanaliseerd worden: er moest een sluis worden gebouwd.

Foto 20 01

Bijzondere uitvinding

Maar dat was niet eenvoudig, omdat de IJssel een druk bevaren getijdenrivier was. De nieuwe sluis zou op alle momenten van de dag, ongeacht het getij, moeten kunnen functioneren. De sluisdeuren zouden dus ook tegenstrooms geopend en gesloten moeten kunnen worden. Er bestonden toen nog geen sluistypen die dat mogelijk maakten. Dat leidde tot een bijzondere uitvinding: de waaierdeur. De vondst wordt aan ene Jan Blanken toegeschreven. De Waaiersluis werd in 1860 in gebruik genomen. Sindsdien kan het gekanaliseerde deel van de Hollandsche IJssel redelijk op peil blijven, al moet er nog steeds worden gebaggerd.

De verhalen van DieGoude zijn eerder gepubliceerd in Weekblad deGouda.

IJssel  /  sluis  /  waaiersluis