#353

Brugwachtershuisje: een klein monument Bart Pors

Wie op de fiets over de Kleiwegbrug en de Korte Vest de stad inrijdt, kijkt meestal voorbij aan een gebouwtje dat de moeite waard is. Helaas staat het tussen twee lelijke elektriciteitshuisjes, zodat pas als je ervoor staat opvalt hoe bijzonder het is.

Het gebouwtje is vierkant en vanaf de Korte Vest zie je drie kanten met alleen een raam. De deur zit aan de kant van het water. Het is een brugwachtershuisje. Het staat er sinds 1871 toen over de singel een draaibrug werd aangelegd.

Verdwenen dakbekroning

Op oude foto’s is te zien dat het brugwachtershuisje oorspronkelijk was versierd met een opvallende dakbekroning. Deze is in de loop van de tijd verdwenen. Later werd onderkend dat het een bijzonder gebouw betreft. Het brugwachtershuisje werd in 1998 aangewezen als gemeentelijk monument. Het is misschien wel het kleinste monumentale gebouw van Gouda. Bij het aanwijzingsbesluit wordt vermeld dat er in het midden van het dak een vierkant element is gemetseld. Dat is kennelijk de voet van de verdwenen dakbekroning.

Draaibrug vervangen door hefbrug

Nadat in 1963 de draaibrug was vastgelopen en in 1964 vervangen door de huidige brug, bleef het brugwachtershuisje in gebruik. In de jaren zeventig werd een verbouwing doorgevoerd. De deur werd verplaatst van de straatzijde naar de kant aan het water. Dat gebeurde met het oog op het drukke autoverkeer langs het huisje dat onmiddellijk aan de rijbaan staat.

Sindsdien is er weinig aan het huisje veranderd. In een interview vertelt Frans IJsselstijn die in de jaren zeventig brugwachter was, dat er tegenwoordig een toilet in is. In zijn tijd moest hij nog gebruik maken van de voorzieningen van de Veemarkt, verderop langs de singel.

Rennen over draaiende brug

De brugwachters hadden behalve met de brug ook met het publiek van doen. In de tijd van de draaibrug moesten zij schoolkinderen tegenhouden die tijdens het openen nog over de brug probeerden te rennen. Ook probeerden kinderen hun voet te zetten op de draaiende brug. In de Goudsche Courant van 1931 lezen we dat een jongen daarbij geblesseerd is doordat zijn voet bekneld raakte.

Soms hadden brugwachters het te stellen met ongeduldige volwassenen. Zo klaagde de handelsreiziger Brehm in een brief van 1939 aan de directeur Gemeentewerken dat de brug ’s ochtends weer te laat open was gegaan zodat hij opnieuw niet zijn trein kon halen. De brugwachter had op zijn verzoek om haast te maken geantwoord: “dan moet je maar eerder uit je nest komen”.

De verhalen van DieGoude zijn eerder gepubliceerd in Weekblad deGouda.