#417

Gesjeesde student Burgemeester Pieter Verhoeve

Pieter molen

Dit verhaal is geplaatst in de categorie kunst, cultuur & onderwijs.

Alle categorieën

Dordrecht is mijn geboortestad, maar ik ben getogen in Bleskensgraaf. Daar woont mijn familie nog steeds. Boerderijen, kerkdorpen, molens: dat is mijn ‘oerwereld’.

De ene helft van de kinderen in het dorp ging naar de openbare school, de andere helft naar de school met de Bijbel. Meer smaken waren er niet. Je ontmoette elkaar bij het voetballen of op straat. Een overzichtelijke samenleving.

Gouda: de grote stad

Anders dan Gouda toen en nu. Gouda was voor mij een grote stad; een stad met veel voorzieningen. Zo’n stad betekent meer voor een dorp dan je misschien denkt. Winkels, scholen, werk of gewoon een dagje naar de stad: Gouda was voor ons thuis, net als Gorinchem, Rotterdam en Dordrecht, belangrijk. Er zijn daar specifieke winkels of opleidingen die je in een dorp niet hebt.

De brommert

Zo reisde ik in mijn studententijd een jaar lang vanuit Bleskensgraaf naar Gouda. Ik was een vroege leerling, en had daarom nog niet direct een OV-jaarkaart. Dus gebruikte ik de brommer om via het pontje naar Gouda te gaan. Die Vespa was een rood, oud ding. Zo ging dat in het dorp; je kocht het tweedehands, en hij deed het. Ik reed dan over ‘Stolk’ (Stolwijk) op die brommer, m’n haren plakten in mijn helm. Zo was ik letterlijk een gesjeesde student! 16-17 jaar, een adolescent die net eindexamen had gedaan, en niet goed wist wat hij wilde worden. Iets met politiek, iets met kinderen of met jonge mensen? Inmiddels was ik wel actief in een politieke jongerenorganisatie.

Blokfluitconcert in de trein

Het propedeusejaar aan de Driestar PABO heeft me gevormd. Muziek was een verplicht vak, en zo kwam ik in aanraking met goede muziek. Met kerst zingen in een mudvolle Sint Jan! De hele kerk stroomde vol met mensen uit het hele land. Ik leerde Bach zingen, en daar ben ik de school nog steeds dankbaar voor. De kunstlessen van Tom Hage, of die over kinderpoëzie van Wim Bosland maakten indruk op me. Later, toen ik al een OV-jaarkaart had, kreeg ik ook blokfluittentamens. Dan gingen we al om half acht ’s morgens het blokfluittentamen oefenen, in de trein. We deden er ook de fluit van de conducteur mee na. Onmogelijk studentikoos gedrag natuurlijk.

Als vanzelf ‘krijg je iets’ met de stad waarin je studeert. Er was een internaat, nu de studentenflat (woonden de jongens niet op de zevende verdieping?), en natuurlijk werd er af en toe geklierd. Ik woonde nog thuis, maar kreeg wél volop mee wat het betekende om student te zijn in Gouda.