#444

De Geest van Aagje Breedveld Jan Lemmen

Aagje bewerkt 1

Dit verhaal is geplaatst in de categorie personen & verenigingen, historie & archeologie.

Alle categorieën

Het was vrijdagmorgen 14 oktober 2011 rond een uur of 11. Ik was op fotosafari in de binnenstad en met de camera in de aanslag ging ik de hoek om van de Visssteeg naar Achter de Vismarkt.

Plotseling hoorde ik een vrouwenstem: ”Je moet daar een foto van maken, daarboven achter het raam.” Ik keek en zag een bijna levensgrote pop in een witte jurk en met een witte hoofddoek, een beetje een spookachtige verschijning. De geest van Aagje Breedveld, flitste het door mijn hoofd. Hoe kwam ik daar ineens op?

Rafelranden van de stad

Wel, ik was in die tijd stadsgids in Gouda en kreeg de vraag of ik voor een Gouds gezelschap een steegjeswandeling wilde doen. Nou ga daar als, van origine, niet-Gouwenaar maar eens aan staan. Het onderwerp sprak me wel aan. Zoals veel oude steden bestaat het centrum van Gouda uit enkele hoofdwegen die door een netwerk van steegjes met elkaar worden verbonden. Steegjes waren vroeger de rafelranden van de stad waar, naast kleine bedrijfjes, ook veel armoede was geconcentreerd. In Gouda was dat niet anders. Ik ben me gaan inlezen en stuitte op trieste verhalen.

Armoede en ellende

Een verhaal dat er voor mij uitsprong was het verhaal over Aagje Breedveld, zoals beschreven door Jan Lafeber in het regionaal historisch tijdschrift ‘De Schatkamer’, jaargang 15, afl. 1- maart 2001. Aagje was op 22 juli 1756 aanwezig in het ‘hoerenhuys’ van Hille Diependijk aan de Vissteeg toen daar een zekere Jan Dirkse Captein, een boer uit Bergambacht aanklopte. Hij was al tamelijk bezopen en uit op een verzetje. Hij ging met Aagje naar boven en werd daar, terwijl hij zijn roes uitsliep, door Aagje beroofd van 3 of 4 gouden dukaten. Aagje, die al eerder met justitie in aanraking was geweest, werd door de schepenbank tot geseling op het schavot achter het stadhuis en 15 jaar tuchthuis veroordeeld, bij welke gelegenheid de baljuw haar een zeer slecht en ondeugend vrouwmens noemde. Drie jaar voordat zij vrij zou komen overleed zij in het tuchthuis.

Wanneer je in het verhaal van Jan Lafeber leest hoe het allemaal zo gelopen is met Aagje dan bekruipt je toch een gevoel van medelijden. Als 20-jarige is ze getrouwd met een man die al spoedig aanmonsterde op een VOC-schip en vervolgens een jaar of 7 wegbleef. Niet lang daarna monsterde hij opnieuw aan en overleed op 4 maart 1752 in Azië. De twee kinderen uit haar huwelijk zijn al zeer jong gestorven. Daarna kreeg zij twee buitenechtelijke kinderen waarvan de eerste het gevolg was van een verkrachting. Als pijpmaakster verdiende ze kennelijk te weinig om haar gezinnetje te kunnen onderhouden en belandde ze zo in de prostitutie.

Vissteeg anno 2022

Bij de voorbereiding van de steegjeswandeling met het Gouds gezelschap ging ik vooraf het parcours uitzetten en foto’s maken van de steegjes. Zo kwam ik ook in de Vissteeg terecht en staande voor het huis waar Hille Diependijk gelegenheid gaf, dacht ik aan Aagje Breedveld, de jonge vrouw die alleen maar tegenslag kende en schoot mij de titel van een boek van Yvonne Keuls te binnen ‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’. In gedachten verzonken ga ik rechtsaf, zie de pop achter het bovenraam en denk: ‘De geest van Aagje Breedveld’.

Jan Lemmen is stadsgids in Weert en was jaren stadsgids in Gouda