#644

Van een middeleeuwse zwemmende priester Coretta Bakker-Wijbrans

Waarschijnlijk ergens aan het einde van de vijftiende eeuw bezoekt de Goudse pastoor Gijsbert Willemsz Raet Jeruzalem. Daar bezocht hij ongetwijfeld ook één van de belangrijkste bedevaartplaatsen: de Heilige Grafkerk. Hier zou volgens de Bijbel Jezus Christus begraven en opgestaan zijn. Als dank voor zijn veilige terugkeer naar Gouda bouwt Raet in Gouda een kapel: de Jeruzalemkapel.

Waar is Gijsbert?

Deze Jeruzalemkapel bestaat uit een rechthoekig en een rond (twaalfhoekig) deel en staat op de hoek van de huidige Jeruzalemstraat en de Patersteeg. Naar verluidt is Gijsbert in zijn eigen kapel begraven, delen van zijn grafsteen zijn ook bewaard gebleven in het Rijksmuseum en Museum Gouda. Maar of Gijsbert er zelf nog te vinden is, wordt algemeen betwijfeld.

Streekarchief Midden-Holland

Het ronde deel is namelijk wel bewaard gebleven, maar op het afgebroken rechthoekige deel, de plek waar het graf lag, is in de achttiende eeuw een huis gebouwd. Hier woont het hoofd der school van de achtergelegen stadsarmenschool, later lagere school no. 1, nog weer later Klaas de Vriesschool en vanaf 1995 tot 2014 het onderkomen van Streekarchief Midden-Holland.

In dit streekarchief word ik aan het begin van de eenentwintigste eeuw aangenomen voor de externe dienstverlening. Ik weet na mijn studie middeleeuwse geschiedenis en archiefwetenschap nog niet zo goed wat ik wil doen. Dit is mijn eerste echte baan in het archiefwezen en het lijkt me leuk om alle aspecten te ontdekken. Intussen werk ik er al weer twintig jaar en ben ik sinds 1 januari 2022 zelfs directeur geworden. Blijkbaar vind ik het aangeboden en sindsdien ook veranderende werk leuk genoeg …

Het graf terug gevonden

Glas en grafsteen

Rond 2010 krijgt het streekarchief het beheer over de Jeruzalemkapel. Wij gebruiken de kapel en het naastgelegen schoolmeesterhuis voor diverse activiteiten. In de jaren ervoor is de kapel uitgebreid gerestaureerd en de meest bijzondere vondst is Gijsbert zelf! Hij ligt niet meer in de ook terug gevonden grafkamer, maar ernaast. Misschien is hij bij de bouw van het huis ontdekt en werd zijn grafkamer wel handig bevonden als aardappelkelder? Om er voor te zorgen dat Gijsbert niet nadien komt spoken, zijn zijn botten wellicht weer begraven. Dat is uiteraard speculatie, er zijn geen bewijzen in bronnen te vinden, zoals ik als historicus en archivaris natuurlijk wel geprobeerd heb te vinden.

Nadat er uitgebreid onderzoek is gedaan naar de botten - ja het is hoogstwaarschijnlijk Gijsbert, de leeftijd klopt en we weten dat hij veel vis heeft gegeten - komen de delen van het skelet weer terug naar de kapel. Her en der wordt er nog gewerkt in het gebouw. Het graf van Gijsbert is weer zichtbaar gemaakt, de grafsteen is terug geplaatst, het ontbrekende gedeelte opgevuld met glas, zodat je ook in de grafkamer kan kijken. De botten zijn in een net houten kistje gelegd.

Ark van Noach

Op een dag in januari 2011 kom ik die kamer binnen en zie tot mijn schrik dat het graf voor een aanzienlijk deel gevuld is met water. Het houten kistje met Gijsbert erin dobbert er vrolijk doorheen als een heel kleine ark van Noach. Dat kan natuurlijk niet goed zijn en samen met een medewerker van aannemer den Hoed, haal ik het kistje zo snel mogelijk uit de grafkamer. Vervolgens bel ik met stadsarcheoloog Maarten Groenendijk met de vraag wat te doen. Hij kan niet gelijk naar Gouda komen, maar vraagt te checken of ook Gijsbert nat is geworden. Ik open het kistje, de bouwvakker trekt wit weg. Hij is toch niet helemaal voorbereid op het aanzien van de schedel van Gijsbert en vindt het maar eng. Ook de botten zijn kletsnat en ik leg ze voorzichtig één voor één te drogen op dienbladen bedekt met onze vrolijk geruite theedoeken. Een aantal archiefmedewerkers hoopt dat hij ’s nachts niet gaat spoken…

Ooit heb ik getwijfeld of ik geschiedenis of archeologie wilde studeren en ik voel nu even het historische besef én ontzag die een archeoloog moet voelen. Eng vind ik het niet, wel ga ik met zo veel mogelijk respect om met de botdelen. Het is nog niet de tijd van de selfies, maar ook dan had ik geen foto’s gemaakt. Ik breng de dienbladen naar ons geklimatiseerde depot, waar ze de volgende dag worden opgehaald door de stadarcheoloog. De botdelen hebben gelukkig niet al te erg geleden van de zwempartij van Gijsbert en later wordt het houten kistje terug geplaatst met een waterdichte binnenkant, voorbereid op de toch steeds hogere grondwaterstanden in Gouda. Aan Gijsbert denk ik nog altijd met genegenheid terug, net zoals aan onze oude locatie daar aan de Groeneweg. Ook al ben ik nu ook heel blij met onze publiekslocatie in de Chocoladefabriek!