#356

Touwtrekken om Piet Frederiks Ton van Wieringen

Piet Frederiks2

Dit verhaal is geplaatst in de categorie sport, spel & recreatie, personen & verenigingen.

Alle categorieën

Behalve politieagent was Piet Frederiks ook een van de beste voetballers die Gouda heeft gekend. Door conflicten met zijn werkgever, burgemeester James, kwam de technisch vaardige aanvaller tot slechts één interland.

Politieagent Piet Frederiks (1925-1997) wordt beschouwd als een van de beste Goudse voetballers ooit. Frederiks had een belangrijk aandeel in de twee amateurlandstitels die Gouda in 1959 en 1960 behaalde.

Architect en held

De technisch vaardige Frederiks maakte furore als spelbepaler en doelpuntenmaker bij Moordrecht, Gouda (1952-1955 en 1958-1960) en de Amsterdamse semi-profclub Blauw-Wit (1955-1957). In Moordrecht vormde hij tot 1952 een uitstekende tandem met de later naar ONA vertrokken Arie Kasbergen. Daarnaast speelde Frederiks ook in veel vertegenwoordigende teams zoals het Gouds Elftal, de Zwaluwen, het Amsterdams elftal (met de latere acteur Hans Boskamp en Ajacied Pietje van der Kuil), het Nederlands Politie-elftal en het Nederlands Amateur elftal. Krantenkoppen in landelijke dagbladen onderstreepten zijn kwaliteiten.

Bladerend door de archieven ziet men titels als ‘Frederiks de architect’, ‘Frederiks matchwinner’, ‘meesterlijk spel van Frederiks’ en ‘Frederiks held van de dag’. Wanneer de handige linksbinnen langer bij Blauw-Wit was gebleven, had een selectie voor het grote Oranje erin gezeten. Concrete belangstelling voor hem was er al.

Keuzestress

De voetballoopbaan van Frederiks was er echter een met hindernissen. Toen in 1954 het betaald voetbal van start ging, werd de Moordrechtenaar dol van de aanbiedingen. Blauw-Wit, Fortuna Vlaardingen, ONA, ADO, Sittardia en nog vijf andere semiprofclubs beloofden handgeld, woonruimte en banen. Frederiks zette zowel een handtekening bij Blauw-Wit als bij Fortuna. In een krantenartikel verklaarde hij destijds: “Ik heb mijn kop op hol laten brengen, op het laatst wist ik niet meer wat ik moest doen. Ik voel me trouwens helemaal niet zo’n ster.” Toch kwam het tot een kort geding, waarna de 29-jarige‘diender’ het zebra-shirt van Blauw-Wit aantrok, dat in twee jaar twee keer promoveerde naar de eerste en naar de eredivisie.

Voetballen onder pseudoniem

Frederiks, die van tweedeklasser Gouda kwam, kon het niveau echter probleemloos aan. Hij speelde vervolgens niet op erdivisieniveau. Sterker, na het kampioensfeest verlengde hij zijn contract niet en keerde hij Amsterdam plotseling de rug toe. De Goudse burgemeester K.F.O. James stond het namelijk niet toe dat zijn sportieve politiefunctionaris een bijverdienste had. Bovendien viel het Frederiks niet mee zijn zondagsdiensten door andere agenten te laten vervullen. Gedurende seizoen 56-57 speelde hij daarom enkele keren onder het pseudoniem ‘NN’. Blauw-Wit bood zijn uitblinker een baan aan in de kledingbranche.

Succesvolle rentree

De inmiddels 31-jarige aanvaller nam in eerste instantie ontslag bij de politie, maar trok dit later in. Vervolgens stelde semiprofclub ONA pogingen in het werk om Frederiks te contracteren. De sympathieke agent koos echter voor amateureersteklasser Gouda, uit angst voor nieuwe problemen met burgemeester James. Piet Frederiks moest gedurende het seizoen 57-58 volgens de amateurbepalingen buiten de lijnen blijven; pas daarna mocht de ex-semiprof het rood-witte shirt van Gouda aantrekken. De rentree van de Gouwenaar verliep zeer succesvol, want Gouda werd meteen landskampioen. De laatste titelwedstrijd in Arnhem, tegen ESCA, leverde een 4-6 overwinning op. Piet Frederiks scoorde drie keer. In maart 1959 speelde hij in Rome de amateurinterland Italië-Nederland. Omdat hierna de voorbereiding voor de Olympische Spelen startte – zonder ex-profs – bleef het bij één Oranje-optreden. In 1960 prolongeerde Gouda de landstitel.

Een hardnekkige knieblessure was er de oorzaak van dat Frederiks de laatste wedstrijden moest missen en dat hij op 34-jarige leeftijd de voetbalschoenen aan de wilgen hing.

Dit verhaal komt uit de verzameling van Gouda Sportstad.
Het verhaal, dat eerder verscheen in de Goudsche Courant (1999), is geschreven door Ton van Wieringen en komt uit de ‘Serie Sportman van de Eeuw’.