#328

Stolpersteine voor gezin Van Monnikendam Soesja Citroen

Achter de Vismarkt 72 Monnikendam

Dit verhaal is geplaatst in de categorie historie & archeologie.

Alle categorieën

Zestien jaar woonden Maurits van Monnikendam (57), zijn vrouw Esther van Monnikendam-Mok (59) en zonen Leon (26) en Hartog (23) op Achter de Vismarkt 72. Schoondochter Jansje (27) woonde hier misschien een paar dagen.

In 1918 trouwden Maurits en Esther in Gouda. In 1927 kwam het gezin in het huis op Achter de Vismarkt wonen. Door deze nu zo pittoreske straat liep toen nog een gracht met vervuild water, de stoepen aan weerszijden waren smal.

Traditioneel gelovig gezin

Maurits was eerst sigarenmaker, maar het werken met sigaren maakte hem ziek. Daarna werd hij bakker en broodbezorger, ook was hij koster van de Joodse begraafplaats aan de Bloemendaalseweg. Zijn vrouw Esther maakte koosjere kaas. Zoon Leon was net als zijn vader bakker. Hartog werkte als meubelmaker bij de Goudse meubelfabriek Borsje. In november 1941 verloofde hij zich met zijn half-nicht Jansje Mok uit Nijkerk. Zij was apothekersassistente. Het gezin was traditioneel gelovig, trouw gingen ze naar de synagoge op de Turfmarkt.

Dienstmeisje Annie

In 1938 kwam de zeventienjarige Annie bij de familie werken. Ze kwam net van de huishoudschool. Het was wel even wennen, maar haar moeder zei: “Ach kind, je leert heus wel hoe een koosjere keuken werkt.”

Later vertelde mevrouw Annie Pater-Verkerk over de familie: “Mijnheer was bakker en had een gedeelte in de bakkerij van firma Goedewaagen in de Vissteeg. Zelf had hij zijn eigen klanten, maar op zondag bezorgde hij met zijn karretje bij veel andere (niet-Joodse) klanten brood. Het was een leuke man en hij werkte hard. Mevrouw ging iedere morgen naar de boerderij op de Ridder van Catsweg, waar onder haar toezicht koosjere kaas gemaakt werd. Altijd op de fiets door weer en wind. Vaak ging ik ook met mevrouw naar de kerk, lopers kloppen, zemen etc. Ik heb een heel fijne tijd gehad met veel herinneringen aan deze voor mij lieve mensen. Na afscheid genomen te hebben heb ik nooit meer iets gehoord of gezien van hen.”

Nog even respijt voor gezin

In de zomer van 1942 begonnen de gedwongen Jodentransporten vanaf doorgangskamp Westerbork. Steeds meer Joodse stadgenoten werden opgepakt. Maurits had als koster een Sperre, een voorlopige vrijstelling van deportatie. Deze beschermde hem en het gezin nog tot april 1943.

Huwelijk Hartog en Jansje vlak voor transport

Op 5 april trouwden Hartog en Jansje. Mevrouw Jet Ouweneel-Hendriksse vertelde hierover: “Ik kwam als meisje wel eens met mijn moeder mee naar de familie en ben nog toestemming voor dit huwelijk gaan halen. Hartog vond het pijnlijk om niet samen met Jansje te zijn op het verplichte transport.”

Deportatie en dood gezinsleden

Op 9 april moesten Hartog en Jansje zich melden in concentratiekamp Vught. Ook verder zou dit een gruwelijke dag voor Gouda worden. In de avond vond de grote aprilrazzia plaats op het Joods bejaardentehuis op de Oosthaven. Vrijwel alle tehuisbewoners en tientallen andere Joodse stadgenoten werden die avond per trein vanaf het station gedeporteerd.

Op 23 april moesten Maurits, Esther en zoon Leon zich in Vught melden. Via Westerbork belandde het ouderpaar half mei in Sobibor. Daar werden ze direct vermoord. In juli werd ook Jansje daar omgebracht, drie maanden na haar huwelijk.

Hartog en Leon kwamen via kamp Amersfoort en Westerbork midden september in Auschwitz terecht. Half december werd Hartog daar vermoord. Leon zal nog ruim een jaar als arbeidsslaaf gewerkt hebben en stierf in januari 1945. Wellicht tijdens een van de dodenmarsen bij de ontruiming van het kamp.

Anderen niet tot last willen zijn

De ouders van mevrouw de Corte woonden indertijd om de hoek op de Lage Gouwe. Ze hadden nog aangeboden om Hartog en Leon bij hen te laten onderduiken, maar moeder Esther wilde niet dat haar zoons hen tot last zouden zijn.

Vijf Stolpersteine in de stoep voor Achter de Vismarkt 72 herinneren nu aan Maurits, Esther, Leon, Hartog en schoondochter Jansje.

Dit is een ingekort verhaal uit het boek ‘Hier woonden - Stolpersteine Gouda' geschreven door Soesja Citroen