#270

Stolpersteine voor echtpaar Leefsma Soesja Citroen

Foto Stolpersteine Krugerlaan

Dit verhaal is geplaatst in de categorie historie & archeologie.

Alle categorieën

Ruim zeven jaar woonden Sam Leefsma (62) en zijn vrouw Susanna Leefsma-Mogendorff (60) op de Krugerlaan 105. In november 1909 trouwden Sam en Susanna. Ze kregen vijf kinderen: tweeling Zus en Daaf, Tanny en de jongste tweeling Ada en Betty.

Moeder Susanna was een van de Mogendorffs van de huidenhandel Interlapin. Vader Sam verkocht huishoudtextiel in een winkel op de Markt. Hij had korte tijd een opleiding gevolgd aan het Nederlands Israëlietisch Seminarium, maar moest gaan werken

Sappelen

Tot 1919 woonde het gezin boven de winkel op de Markt, daarna verhuisden ze. Omdat de zaken slecht liepen, werd Sam handelsreiziger in textiel. Maar het bleef sappelen. In juni 1935 verhuisden ze naar de Krugerlaan 105. Zus en David gingen na de mulo op kantoor werken. Betty werd stenotypiste. Ada ging in oktober 1940 als leerling-verpleegster werken in de Joods-psychiatrische inrichting ‘het Apeldoornsche Bosch’.

Contact via doorgang in huizen

Tijdens de bezetting kwamen er steeds meer beperkende maatregelen om de Joodse bevolking van de overige stadsgenoten te scheiden. De Leefsma’s maakten met hun buren Stork en Cohen binnendoor een doorgang in hun huizen. Zo konden ze elkaar opzoeken zonder dat dat opviel, maar tegen het kwaad van de nazi’s was uiteindelijk geen kruid gewassen.

Leerling-verpleegster Ada

In juli 1942 begonnen de gedwongen Jodentransporten via doorgangskamp Westerbork. Begin augustus, toen de politie hiervoor mensen begon op te halen, dook Betty onder. Haar tweelingzus Ada wilde niet onderduiken, want ‘wie moest er dan voor de mensen zorgen’.
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werden ruim duizend patiënten en vijftig personeelsleden van ‘het Apeldoornsche Bosch’ in een goederentrein geladen. De trein reed direct door naar Auschwitz, waar ze vermoord werden. De volgende dag moest Ada met de overige personeelsleden naar Westerbork. Ook verpleger Louis Bierman zat hierbij. Een paar dagen later trouwden ze met elkaar in het kamp, vlak voor hun deportatie.

Deportatie Sam en Susanna

In oktober 1942 waren Sam en Susanna al ondergedoken. Ruim anderhalf jaar bleven ze verborgen, maar begin mei 1944 werden ze gearresteerd en opgesloten in Westerbork. Na tien dagen wachtte hen de trein naar Auschwitz, hier werden ze direct vermoord.

In augustus 1945 schrijft een bekende aan hun zoon Tanny: ‘Den 19 Mei ’44 zijn wij naar Auswitz vertrokken, met Uw nicht Carla Mogendorff, waar wij den 22 Mei aankwamen. Tot mijn spijt moet ik U melden dat Uw ouders toen de verkeerden kant opgegaan zijn. Zij wisten niet wat er met hen ging gebeuren, hetgeen Uw verdriet zal kunnen verminderen.’

Betty en Tanny overleefden

Zus, Ada, Louis, Daaf en Daafs vrouw Rosa kwamen om in Auschwitz. Betty en Tanny overleefden. Tanny trouwde met de Goudse kunstenaar Rini Nagtegaal en kreeg met haar twee kinderen: Saskia en kunstenaar Pim Leefsma.

Gedicht Inez

In 2011 bij de plaatsing van twee Stolpersteine voor zijn grootouders Sam en Susanna las Pim Leefsma het gedicht ‘stolpersteine’ voor van Inez Meter. Het was de eerste keer dat dit gedicht te horen was.

Brief Susanna

Bij de plaatsing las Pim ook een brief voor uit Westerbork van zijn oma Susanna. De brief was gedateerd 19 mei 1944, de dag van hun deportatie. Tussen de geruststellende regels sijpelen de ontberingen door. ‘… Graag zouden we de volgende dingen ontvangen... Maken jullie je over ons niet ongerust. We zijn beiden goed... We hebben ’t heel koud, dus graag ’t volgende. Dekens, 4 lakens, slopen, badhanddoeken, washandjes, dames & heren ondergoed (warm) en nachtgoed. Zakdoeken, sokken, kousen, zeep, 2 slipovers of truien, zeeppoeder, theedoek en grote tas om alles in te doen. Ook naai & stopgerei. Geen jurken. Alles is in onze koffers. God zegene jullie en laten we hopen tot ziens. Dag lieve mensen en alle vrienden. … Ook alle medicijnen medesturen, alles via Joodse Raad. ...Nogmaals allen gegroet van S. Leefsma-Mogendorff.’
Twee Stolpersteine in de stoep voor de Krugerlaan 105 herinneren nu aan Sam en Susanna.

Op de foto: Zus, Tanny, Ada, Betty en Daaf. Van het echtpaar Leefsma is geen foto beschikbaar.


Dit is een ingekort verhaal uit het boek ‘Hier woonden - Stolpersteine Gouda' geschreven door Soesja Citroen