#342

Stolperstein voor Leo Klisser Soesja Citroen

Leo Klisser

Dit verhaal is geplaatst in de categorie historie & archeologie.

Alle categorieën

In de zomer van 1942 kwam de zesjarige Leo Klisser in de onderduik bij het gezin Van den Berg van de Broekweg 2.

In Amsterdam had hij samen met zijn vader Elkan (Eddy), moeder Leentje en zes jaar oudere broer Han op de Nassaukade gewoond. Zijn vader was handelsreiziger.

Amsterdamse familie

In februari 1941 was neef Leo Kok, getalenteerd tekenaar uit Antwerpen, nog bij hen komen wonen. Na een jaar werd deze vastgezet in dwangarbeiderskamp Geesbrug, een voorportaal voor Westerbork.

Toen de gedwongen Jodentransporten begonnen, dook het gezin onder. Eerst in Amsterdam bij tante Jet, maar dat was gevaarlijk. Kleine Leo was te bewegelijk. Vervolgens zonder Leo in Driebergen. Ruim een jaar hielden Leentje en Eddy zich daar schuil, maar half november 1943 werden ze opgepakt. Zoon Han vluchtte en overleefde veilig bij een vriendenstel in Amsterdam.

Kleine Leo naar Gouda

Leo werd direct van Amsterdam naar Gouda overgebracht. Een jaar lang zat hij ondergedoken bij Dirk en Cornelia van den Berg-Huizer. Dirk was beheerder van het gemaal Oostpolder in Schieland. Het echtpaar had drie zoons, Henk (12), Dirk (7) en Arie (1). Tegelijk met Leo kwam de twaalfjarige Fred in huis.

Op de Broekweg kon Leo een redelijk vrij leven leiden en spelen met de kinderen. Achter het huis bij het Gouwekanaal was de dunbevolkte polder. In de film ‘Leo Klisser, sporen terug naar het verleden’ van Soesja Citroen, Lucy Azatyan en Lotte Groenendijk spreekt Henk met warmte over het jochie.

Onderduikbroer Henk over Leo

“Leo was een nerveus ventje, een stevig kereltje, even groot als Dirk en met net zulk donker haar. Je zag geen verschil tussen hen qua uiterlijk. Als Leo zich erg verdrietig voelde, dan vroeg hij wel eens of we gingen vissen in het water achter het huis. Als we dan een half uurtje samen gevist hadden, voelde hij zich weer minder gedeprimeerd. Eten was er volop, karweitjes in de uitgestrekte tuin waren er altijd wel te doen. Mijn vader was recht door zee, niet zo’n knuffelaar, mijn moeder wel. Bij haar kroop Leo wel eens op schoot. ‘Oma’ noemde hij haar, terwijl de even oude Dirk haar ‘mamma’ noemde.”

Inval politie en SD

Na een jaar kwam er een einde aan de relatieve rust. In oktober 1943 vielen politie en SD het huis binnen. Dirk werd in Vught gevangengezet en kwam een jaar later als een gebroken man terug. Henk vluchtte met Fred de polder in. Leo moest mee met de SD, gillend: “Oma, help me!”

Henk vertelde: “Ik zie hem daar nog gaan die gang uit, gillend om moeder, gillend. En dan hoor ik het nog, voel ik het nog. Ik huil niet gauw, maar als ik het over dat ventje heb, dan rollen de tranen me over de ogen. Ik kan het niet loslaten.”

Deportatie en moord

Woensdag en donderdag werden kleine Leo en Dirk vastgehouden op het politiebureau in Gouda. Vandaaruit moest Leo een paar dagen naar het arrestantencomplex het Haagseveer in Rotterdam en nog een maand naar een pleeggezin. Begin december werd hij vanuit Rotterdam met een groepje opgepakte kinderen en volwassenen naar Westerbork getransporteerd. In het doorgangskamp zag hij zijn opgepakte ouders Eddy en Leentje weer, die daar al vanaf november vastzaten in strafbarak 67. Op 8 februari werd het jochie gedeporteerd naar Auschwitz, samen met moeder en vader. Hier werden Leo en Leentje direct na aankomst om het leven gebracht. Vader Eddy verrichtte misschien nog dwangarbeid en stierf ruim vier maanden later in Midden-Europa.

Speciale Stolperstein voor Leo

Neef Leo Kok bleef – voordat hij verder werd gedeporteerd – twee jaar in Westerbork en maakte daar veel tekeningen en decors. Hij stierf een paar dagen na de bevrijding van kamp Ebensee in mei 1945. Een uitsnede van zijn aquarel van een dreigend treintransport staat op de cover van mijn boek ‘Hier Woonden - Stolpersteine Gouda’. Leo’s broer Han overleefde en bouwde na de oorlog samen met zijn vrouw een succesvol bedrijf op in Nieuw Zeeland. Op speciaal verzoek van Leo's onderduikbroer Henk ligt nu een Stolperstein voor het huis op de Broekweg.

Familiebezoek uit Nieuw-Zeeland

De dit jaar overleden Henk maakte in juni 2019 nog mee, dat Leo’s nicht Jacq met haar man uit Nieuw-Zeeland overkwam. Ze omarmde hem, wetende hoeveel Leo nog steeds voor hem betekende. Met Henks dochter Jennifer en Leo’s achterneef Jaap bezochten we het huis bij het gemaal. De familie zei kaddiesj en we legden steentjes op de gedenksteen voor Leo. Daar stonden we in de weidse achtertuin bij het water, waar Henk ooit met het ventje ging vissen als deze het te kwaad had.

De Stolperstein voor het huis houdt de herinnering aan kleine Leo levend.

Dit is een ingekort verhaal uit het boek ‘Hier woonden - Stolpersteine Gouda' geschreven door Soesja Citroen