#718

Stijfselen in Gouda Bep Leeuwis

Italia

Dit verhaal is geplaatst in de categorie personen & verenigingen.

Alle categorieën

Het Goudse stadhuis. Dat is het eerste wat me opvalt als ik haar huis in Alphen aan den Rijn binnenstap. De replica van het markante gebouw op de Markt geeft goed weer wat door haar hele verhaal heen sijpelt: heimwee. Ondanks dat ze kort na haar trouwen Gouda verlaten heeft, is Gouda nooit uit haar gedachten.

Met weemoed vertelt Bep over lang geleden, zo halverwege de jaren zestig. In Gouda was er in die tijd niet veel te beleven voor de jeugd. En wat doe je dan op je vrije zaterdagavond? Je gaat stijfselen. Stijfselen? Ik had er nog nooit van gehoord. Bep omschrijft het als flaneren. Dat deed zij met haar vriendinnen. Via de Kleiweg liepen ze richting de Markt om daar een coupe of ijsje te eten. Bij Italia, zo’n beetje de enige uitgaansgelegenheid in die tijd en een mooie plek om een vrijer te ontmoeten.

IJsje scoren in trouwjurk

Ik verwacht dan ook dat Bep haar man tijdens het stijfselen of bij Italia heeft ontmoet. Maar nee, zo voorspelbaar is haar verhaal nu ook weer niet. Italia speelt weer wel een rol bij haar trouwen. Dat doet zij in 1965 op het Goudse stadhuis. Als zij met haar man en familie na de plechtigheid het bordes oploopt, daagt haar neef, die weet dat ze gek is op het ijs van Italia, haar uit. Ze krijgt een tientje van hem als zij er in haar trouwjapon een ijsje gaat halen. Ze laat haar man direct verbouwereerd achter en sprint naar de overkant. Zo makkelijk een tientje én een ijsje met één bolletje scoren, dat laat ze zich geen twee keer zeggen. Op mijn vraag of ze het ijsje als huwelijkscadeau kreeg, vertelt ze me dat de Italiaan haar wel feliciteerde, maar dat ze het ijsje toch echt zelf moest betalen.

Hazelnootcoupe

Na haar trouwen vertrok Bep uit Gouda. Maar nog jaren gaat ze iedere week met moeder en twee zussen naar de stad. Winkelen. En de middag dan afsluiten op de Markt, bij Italia. Haar moeder nam altijd hetzelfde. Een hazelnootcoupe. Ze ziet de coupe nog zo voor zich. Haar blik dwaalt naar het stadhuis op het bijzettafeltje. Ze glimt bij de herinneringen.