Souvenir van een koninklijke slaapkamer Willem den Boer

Koningin Henrietta Maria was op reis door Nederland om haar dochter Mary Stuart I en haar schoonzoon, onze prins Willem II van Oranje, voor te stellen. Die waren een jaar eerder getrouwd. Tegelijk hoopte de koningin geld los te krijgen voor haar man die op voet van oorlog raakte met het Engelse parlement, wat hem zeven jaar later letterlijk de kop kostte. Het koninklijk gezelschap werd met alle egards ontvangen. Men bezocht eerst een concert in de Sint Janskerk. In de avond volgde het diner in het stadhuis, in de burgemeesterskamer die tegenwoordig de trouwzaal is. Na afloop bleef de koningin slapen in de middelkamer. Prinses Mary logeerde in herberg Het Hertshuys aan de Markt en prins Willem sliep bij de baljuw. Het echtpaar bleef dus niet bij elkaar, want hij was net zestien en zij elf jaar oud.

De Koninklijke slaapkamer-voor-een-nacht werd behangen met het tapijt dat nu nog in de trouwzaal hangt. Het werd geleverd door de tapijtwever David Ruffelaar uit Gouda, zoon van Jan Ruffelaar, eveneens tapijtwever. Jan kwam oorspronkelijk uit Oudenaarde maar was in 1585, de tijd van het Beleg van Antwerpen, als geloofsvluchteling in Gouda beland. Hier vond hij ruimte voor een atelier in een van de kloostergebouwen die tijdens de reformatie in 1572 ontruimd waren.

Het tapijt bestaat uit linnen draden, de ‘ketting’, waar omheen geverfde wollen en zijden draden geweven zijn, de ‘inslag’. Elke kleurwisseling is een ander draadje. Het tapijt is heel kwetsbaar en niet voor de eeuwigheid gemaakt. Maar we proberen het toch zo lang mogelijk te bewaren als souvenir.