#554

Ruim baan voor de auto dwars door de binnenstad Erik Kooistra

Foto: SAMH, foto onder: Nico J. Boerboom

Dit verhaal is geplaatst in de categorie gebouwen & bezienswaardigheden.

Alle categorieën

In Gouda zijn veel grachten in de loop van de tijd gedempt, door de toename van het gemotoriseerd verkeer ontstond na de oorlog bij het stadsbestuur het idee dat de auto ruim baan moest krijgen. De Raam is hier een mooi voorbeeld van. Maar waar moest je heen als je eenmaal via het Bolwerk de stad was ingereden? Het einde van de Raam liep min of meer dood bij de Bogen.

Aangezien de negentiende-eeuwse stadsuitbreidingen vooral aan de oost- en west­kant van de stad waren gesitueerd, werd geprobeerd de verbinding tussen deze uitbreidingen dwars door de stad te verbeteren. In 1951 ontstond het eerste stedenbouwkundige plan om via de Lange Noodgodssteeg en Walestraat door de stad een nieuwe verbindingsweg met de Raam te maken. In 1952 werd met de verbreding van de Lange Noodgodssteeg al een begin gemaakt. De verbrede straat zou een breedte moeten krijgen van 12,5 meter met in het midden een groenstrook van 4,5 meter. In de Kuiperstraat zou de straat zo breed worden dat de Barbaratoren in het midden van de groenstrook zou komen te staan.

De Lange Noodgodsstraat

Nico J. Boerboom

Op de hoek met de Oosthaven zat rechts wijnhandel Duijnstee. In 1956 werd dat pand afgebroken en kon de volle breedte van de straat benut worden. Vanwege de verbreding was er geen sprake meer van een steeg en in september 1955 werd de naam door de gemeente officieel vastgesteld als Lange Noodgodsstraat. (Net als de Aaltje Bakstraat). Om de verbreding verder uit te kunnen voeren werd in 1957 ook het pand op de linkerhoek afgebroken. Hier zat de hoedenzaak van Gretha Baaden.

Gered van de slopershamer

In het Stedebouwkundig Ba­sisplan uit 1959 stond weer een voorstel voor de ver­breding van de verbinding tussen de Doelenstraat naar de Raam, maar eind jaren 60 bleek het niet langer nodig om de verkeersdoorbraak te voltooien en werd met de sloop gestopt. Ondertussen bleek de capaciteit van de Veerstal en de route over de singels voldoende om verdere aantasting van de stad te voorkomen, en in 1979 werd zelfs weer begonnen met het dichten van enkele sloopgaten. Het gat op de hoek van de Lange Noodgodsstraat, dat inmiddels gebruikt werd als parkeerplaats, werd in opdracht van de ‘Stichting Stadsherstel’ opgevuld met een flat.

In de Walestraat is op enkele plekken nog een restant van de wel uitgevoerde rooilijnverplaat­sing zichtbaar. Gelukkig zijn niet alle plannen doorgegaan en zijn veel oude panden van de slopershamer gered.

De verhalen van DieGoude zijn eerder gepubliceerd in Weekblad deGouda.