#687

Razzia’s en onderduikers in de Sint-Jan Maria Blom

Maria Blom was stadsbeiaardier van Gouda 1945 tot 1985 en daarmee de eerste vrouw in Nederland die van beiaardspel haar beroep maakte. Na de oorlog noteerde Maria haar herinneringen aan de oorlogsjaren. In deel 2 vertelt Maria over de razzia’s en de onderduikers in de Sint-Jan.

In de kerk gaat de bezetter zich ook met de gang van zaken bemoeien. Bij de huwelijksdienst mag de ‘Bruidsmars’ uit de Midzomernachtsdroom niet meer gespeeld worden, omdat Felix Mendelssohn-Bartholdy een Jood was. Wij respecteren dat verbod en maken vervolgens van de gelegenheid gebruik om Richard Wagner met z’n Lohengrin ook de deur uit te werken, met medewerking van de Kerkenraad.

Wehrmachtsdiensten

De orgelconcerten worden ook stopgezet. Er moet dan namelijk een bord op de buitendeur, waar ‘Verboden voor Joden’ op staat. Het spreekt vanzelf dat dit niet zal gebeuren. Dan maar geen concerten. Soms zijn er ook Wehrmachtsdiensten. Dan wordt een gewone soldaat die wat kan orgelspelen, gedwongen te spelen. Dienst is dienst, ook al heeft de betrokken man nog nooit op een orgel als het onze gespeeld. En weigeren kan hij niet, dat is levensgevaarlijk. Om verdere narigheden te voorkomen, wordt overeengekomen, dat wijzelf die diensten willen spelen. Dat betekent, dat de assistente (Maria zelf, red.) dit mag doen! Zo worden de kool en de geit gespaard.

Nachtverblijf in de Sint-Jan

De razzia’s gaan ondertussen door. In de kerk komen geen mannen meer, alleen jongens onder 18 jaar en vrouwen en kinderen. Half november is het in Rotterdam weer eens raak. Honderden worden uit hun huis gehaald. Er is verraad in het spel. Vervoer ontbreekt, de mannen moeten lopen. In Gouda kúnnen ze niet meer. De Sint-Jan wordt als het nachtverblijf aangewezen en op de kille zerken wordt een dun laagje stro gespreid. De zwaar ondervoede, vermoeide en koude mannen beleven een afschuwelijke nacht. Er is geen licht, geen water en maar één toilet. Sommigen zijn van streek. Ze keren hun maag om, en wie kan er helpen. Als ze de andere dag verder trekken, weet de burgerij toch nog enkele tientallen uit de rijen weg te halen. Helaas, voor de meesten is dit niet weggelegd, en als een kudde dieren sloffen ze weer verder. Waarheen? In de kerk wordt nog een wapenvondst gedaan. Gelukkig loopt het goed af en wordt in de kerk geen huiszoeking gedaan. Want ook op het orgel zijn nu onderduikers, achter in de balgkamer.

Balg-treden

De diensten worden vervroegd, om de mensen voor het donker thuis te krijgen. Op het orgel wordt bij kaarslicht gespeeld. Er is ook geen stroom meer. Dan moeten er orgeltrappers komen. Drie van de acht balgen zijn op een windmachine gekoppeld, de vijf andere kunnen met mankracht gebruikt worden, doch zijn een beetje lek. Het balg-treden is zwaar werk. Eerst bij een tegenwicht van 160 ponden gaan ze naar beneden. En wie weegt er nog zoveel? Uiteraard ben ik op oude mensen aangewezen. Ze brengen dan hun kleinzoons mee, en zo samen op een trede gaat het nog een beetje. (…) Toch is er met Kerstmis een korte zangdienst. Met een dubbele ploeg orgeltrappers lukt het nèt. In die dienst waren alleen vrouwen en kinderen in de kerk. Want de bezetters vonden dit een uitgezochte dag, om in Gouda maar weer eens een razzia te houden.

Dit is deel 2 van de notities van stadsbeiaardier Maria Blom over de Sint-Jan in de oorlogsjaren. Deel 1 gaat over de klokken van de Sint-Jan, deel 3 behandelt de Hongerwinter en in deel 4 vertelt Maria over de bevrijding.


Het origineel van Maria’s tekst wordt bewaard in het Streekarchief Midden-Holland, onder inventarisnummer 0196.49.