#727

Politieromans over misdrijven in de Goudse regio Joost Visbeen

Joost Visbeen

Dit verhaal is geplaatst in de categorie kunst, cultuur & onderwijs.

Alle categorieën

Ik werkte dertig jaar bij de politie in Gouda. De eerste vijf jaar in de surveillancedienst en daarna 25 jaar als rechercheur. Ik beëindigde in 1997 mijn carrière als chef van de recherche. Na enige jaren tot rust te zijn gekomen, begon het recherchewerk toch weer te kriebelen.

Ik besloot om er boeken over te gaan schrijven, met name over misdrijven waaraan ik in de loop van de jaren geheel of gedeeltelijk zelf had gewerkt en dan aan misdrijven die niet waren opgelost en waarvan de dader op het kerkhof ligt. Ik hoopte daarmee dat lezers na het lezen van het verhaal op zouden staan en getuigen of daders zouden aanwijzen.

Marechaussee

Laat ik me eerst voorstellen. Mijn naam is Joost Visbeen. Ik ben geboren op 14 april 1937 in Nieuwe Tonge op het voormalige eiland Goeree Overflakkee. Ik groeide er op en woonde er tot mijn 19e jaar. In 1956 werd ik opgeroepen voor de militaire dienstplicht. Ik werd onder andere geplaats op Kamp De Beer bij Rozenburg. Onze taak was om met zwaar geschut de raffinaderij Pernis tegen vijandelijke vliegtuigen te bewaken. Dat hebben we goed gedaan want de vijand liet zich nimmer zien.
Ik diende er een half jaar en trad toen in dienst bij het Wapen van de Koninklijke Marechaussee en volgde een opleiding van een jaar aan de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn. Na de opleiding werd ik tewerkgesteld op verschillende brigades in Nederland, onder andere brigade Het Loo in Apeldoorn ter beveiliging van prinses Wilhelmina.

Beveiliging koninklijk huis

Vervolgens werd ik overgeplaatst naar Den Haag, paleis Huis ten Bos en paleis Noordeinde eveneens ter beveiliging van leden van het koninklijk huis. Daarna werd ik overgeplaatst naar de brigade Nijmegen voor het uitoefenen van de grenscontrole op het station aldaar en op de internationale treinen en uitoefenen van politiediensten ten behoeve van de militairen in Nijmegen en de gehele Betuwe. Na enkele jaren bezocht ik gedurende een jaar weer de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn voor de opleiding tot onderofficier. Na deze opleiding werd ik geplaatst bij een compagnie ter opleiding van dienstplichtige marechaussees. Daarna werd ik gedetacheerd bij de politie Amsterdam in de geruchtmakende provotijd. Ten slotte beëindigde ik in 1967 na tien jaar mijn carrière bij de marechaussee op de brigade Woerden. Daarna trad in dienst bij de gemeentepolitie in Gouda.

Lijk in de badkuip

Zoals hierboven beschreven ben ik na mijn pensionering boeken gaan schrijven over politiezaken waaraan ik had meegewerkt. In een van mijn boeken ‘Het mysterie van de verdwenen boerin’ gaat het over een boerin uit Haastrecht die nu al weer dertig jaar zoek is. Zij was de moeder van vijf kleine kinderen. Na de publicatie en het lezen van het boek meldden zich verschillende mensen uit dat buurtschap. Het merendeel van hen was ervan overtuigd dat de boerin de boerderij nimmer had verlaten. Van vijftien van hen heb ik hun wetenschap op papier gezet en het gezonden aan de officier van justitie, afdeling cold casezaken. Na een half jaar werd een cold caseteam op de zaak gezet die gedurende enkele dagen de boerderij op zijn kop heeft gezet en de door mij aangebrachte getuigen hebben verhoord. Via via hoorde ik dat het onderzoek niet het gewenste resultaat had opgeleverd. Dus de verdwijning van de boerin blijft een mysterie en haar verdwijning blijft nog steeds relevant.
In het boek ‘Het lijk in de badkuip’ beschreef ik meerdere misdrijven waaronder de moord op de homofiele man Jan Hersbach uit de Kort Akkeren. Ook deze zaak werd toentertijd niet opgelost. Na het lezen van het boek meldde zich na vele jaren een getuige die vertelde wie de man de keel had doorgesneden. Ik meldde het de politie. Van hen hoorde ik dat de dader de moord niet kan hebben gepleegd omdat hij te jong was, terwijl deze man zich daarna schuldig had gemaakt aan vele overvallen op supermarkten, waarbij het personeel voor langere tijd werd gegijzeld.

Maffiaclan

Ik heb inmiddels tien politieromans geschreven waaronder ‘Het Noodlot van een foute Speurder’ Ook dat komt voor. Het is het verhaal over de Maffia, die hun door misdrijf verkregen geld (geschat op 45 miljard euro) heeft belegd (witwassen) door de aankoop van onroerend goed met name in hotels, restaurants, pizzeria’s. In Duitsland is bekend dat ze het hebben belegd in o.a. driehonderd pizzeria’s. In Nederland weten we dat niet precies omdat er geen speciaal rechercheteam op de Maffia jaagt. In mijn verhaal is gebleken dat zich twee maffiosi in de stad bevinden voor een vergadering, maar als hun namen bij het Italiaanse maffiabestrijdingsteam worden nagetrokken, blijken ze deel uit te maken van de maffiaclan ‘’Ndrangheta’. De rechercheurs zijn benieuwd wat zij in ons land van plan zijn en schakelen in hun onderzoek een mooie politie-informante in. Zij legt contact met de lieden en een van hen gaat een relatie met haar aan. Zij komt er achter dat zij op grote schaal in cocaïne handelen. Tal van intriges leiden met veel spanning en inkijkjes in het politiewerk naar de ontknoping van dit drama.

Verkaaik: walhalla van boeken

Ik schrijf niet elke dag, maar als ik de geest krijg, ga ik zitten en schrijf een hoofdstuk. Na ongeveer een jaar heb ik het boek af. Ik denk niet dat ik een ander genre van boeken zou kunnen schrijven. Ik mis in veel boeken de spanning. Een schrijfster naar mijn hart is Mary Higgens Clark. Zij houdt de spanning er in.
Buiten het schrijven houd ik van bridge, mooie wandel- en fietstochten. Op vakantie gaan naar Zwitserland waar toevallig onze kleinzoon in Zermatt woont.
Boekhandel Verkaaik in Gouda is het walhalla van boeken, waar mijn boeken te koop zijn en waar ik af en toe met schrijvers in gesprek ga. Ik presenteerde er mijn boeken aan een burgemeester, een wethouder, twee officieren van justitie, de illustrator van mijn boeken en aan de oud-eigenaar van de boekhandel Ineke Verkaaik die mij stimuleerde bij het schrijven van de boeken.

politie  /  misdaad  /  Boeken