#387

Met pijp op de schaats Ton van Wieringen

Krulpijpjes schaatsers

Dit verhaal is geplaatst in de categorie sport, spel & recreatie.

Alle categorieën

Het zal rond 1900 geweest zijn dat de schaatstocht naar Gouda is ontstaan. Vooral uit Rotterdam, maar ook uit andere steden en dorpen, schaatsten tallozen naar Tergouw om met sprits, stroopwafels en pijpen behangen de terugtocht te aanvaarden.

Tot de jaren dertig schaatsten de liefhebbers op hun houten Friese doorlopers tot de Westerkade en Lazaruskade. Later, toen het Gouwekanaal de IJssel en de Gouwe verbond en de Julianasluis was aangelegd, diende de Ringvaart nabij deze sluis als eindpunt. Vandaar gingen de schaatsers te voet naar de stad. In de etalage van Van Vreumingen Rookwaren aan de Wijdstraat zijn de pijpen nog steeds te zien.

Showrijden met pijp

De ongeveer twintig kilometer van Rotterdam naar Gouda werd door geoefende schaatsers in 45 minuten afgelegd. Bij terugkeer op de Kralingse Plas trok het ‘showrijden’ met de Goudse pijpen veel bekijks. Daarbij ‘sneuvelde’ menige pijp. Onderweg rekenden baanvegers op centen en vierkante stuivers. Wie geen geldstuk in het zinken emmertje deponeerde, had grote kans de bezem voor de voeten te krijgen.

IJswinter van anderhalve maand

Eind januari 1917 kwamen de schaatsers bij duizenden de stad binnenglijden. Overal wapperden op zondag vlaggen, je reinste feeststemming! 10 februari 1929 was ook een schitterende ijszondag. Alle vervoer te water lag stil; vervoer vond met paard en wagen over het ijs plaats. Op het gladde ijs van de IJssel voor de Veerstal werd naar hartenlust geschaatst. En ook op de Singels was het een drukte van belang. Deze ijswinter duurde meer dan anderhalve maand, te vergelijken met de barre winter van 1890-1891, beschreven door streekromanschrijver Herman de Man.

Pijp op hoed of rug

Eind januari 1933 maakte de Goudsche Courant weer melding van een glorieuze ijszondag: ‘Wachtelstraat en Bolwerk waren in een marktterrein herschapen. Tientallen kramen stonden daar met typisch Goudse producten. Veilingkisten deden dienst als zitplaats. Velen lieten een lange Goudse pijp in de gleuf van hun hoed of op hun rug bevestigen. Sommigen bonden hun schaatsen weer onder om naar de Visbanken aan de Hoge Gouwe te glijden, vanwaar de (korte) tocht te voet naar de Markt ging. Alle winkels waren open. Op deze zondag konden cafés en restaurants de vraag niet aan. Kraamhouders en middenstanders hadden een topzondag.’

Tienduizend schaatsers

Ook na de Tweede Wereldoorlog zette de ijstraditie zich voort. Op zondag 8 februari 1954 kreeg de Pijpenstad een invasie te verwerken van een kleine tienduizend (!) sportievelingen. En dan waren er nog genoeg die niet verder kwamen dan de koek en zopie op de Ringvaart.

Dit verhaal komt uit de verzameling van Gouda Sportstad (2001)