#655

Inkijkjes van een Goudse ‘ghost writer’ Yvonne Balvers

Mijn persoonlijke doel bij het vrijwilligerswerk voor de Goudse Verhalen was om er vijftig als ‘ghostwriter’ op te schrijven. Dat heb ik heel ruim gehaald.

Daarnaast heb ik bij de totstandkoming van zo’n kleine veertig verhalen bijgedragen. Door mensen aan hun jasje te trekken, nog eens te herinneren of soms zelf een derde keer te vragen naar hoe het ermee stond. Of door tips te geven, halverwege het schrijven suggesties aan te dragen of op verzoek facebookberichten even wat te herschrijven.

Goudse bever

Bijna elke week heb ik iemand gesproken. Soms duurde zo’n gesprek kort. Margit vertelde me op een bankje voor haar huis in de zon in tien minuten het verhaal hoe zij aan haar woning was gekomen. Cees heeft zeker twee uur bij mij thuis aan de koffie gezeten en heeft mijn minieme kennis over de Goudse bever enorm vergroot. Ik loop met andere ogen door de stad na het uitgebreide gesprek – over veel meer dan ik kon opschrijven – met brandweermannen Hans en Harry. Alles was even interessant, want alles werd verteld met enthousiasme en passie.

Gewone Gouwenaar

Mij interesseerde vooral de verhalen van de gewone Gouwenaar. Over pensionering, over een filmhobby, over verbouwen van je huis of wonen in een monument, over covid-19 krijgen of over mensen met corona in het ziekenhuis verzorgen. Allemaal inkijkjes in werelden die mij onbekend waren en die toch samen het leven in Gouda weergeven. Een aantal mensen kende ik al, omdat ik de eerste maanden heb rondgevraagd in mijn vrienden- en kennissenkring. Van Martie’s leven bijvoorbeeld weet ik nu veel meer. Maar hij ook van mijn leven. Want het ‘verhaal ophalen’ werd soms een gesprek waar meer aan bod kon komen. Niet bij iedereen was dat het geval, ten slotte was dat ook niet de bedoeling. Maar er bleek soms gewoonweg ruimte voor en behoefte aan een wederzijdse uitwisseling van ervaringen en verhalen te zijn.

Gesprekken in tijden van corona

Sommige mensen sprak ik in een tijd dat contacten tot een minimum werden beperkt vanwege lockdowns en afstand. Gesprekken werden soms online gevoerd. Eens uitgebreid iemand buiten je eigen kleine kring spreken was toen bijzonder, zowel voor mij als voor de verteller van het Goudse verhaal. Al die gesprekken hebben mij door de pandemie heen geholpen. Bovendien kom ik nu veel meer mensen tegen die ik ken en waarmee ik even een praatje kan maken.
Ik kocht een boek dat me werd aangeraden door Arjan toen we een gezamenlijke interesse ontdekten. Hij was van de Raad van Kerken, ik noem mezelf atheïst. Het verhaal van en gesprek met Marijke over de straatnaamcommissie bereidde me voor op een sollicitatie voor juist die gemeentelijke commissie. (Ja, ik werd aangenomen!). Jannie was bijzonder. Niet alleen omdat ik haar het verhaal niet per e-mail kon sturen om het ter goedkeuring te controleren. Ik heb haar een tweede keer in haar woning opgezocht om wat ik had geschreven samen na te lezen. Ze kreeg er tranen van in haar ogen en zei dat ze zichzelf er helemaal in herkende. Een mooier compliment is er niet voor mij als ‘ghost writer’. Want het zijn niet mijn Goudse verhalen, ik mocht ze slechts noteren. Maar ze hebben mij veel gebracht.