#181

Ik mis de sprankeling in hun ogen Jeroen Jansen

Jeroen Jansen is docent Bouwkunde en studiebegeleider op de vestiging mboRijnland Gouda aan de Groen van Prinsterersingel. De schoollocatie telt ruim 3.000 studenten. Corona gooide de boel op zijn kop en iedereen moest zich flink aanpassen. Maar Jeroen kijkt tevreden terug én ziet lichtpuntjes.

“Er mogen maximaal tien à twaalf studenten in een klaslokaal, afhankelijk van de grootte van de ruimte. De afdeling Bouwkunde werkt daarom met gehalveerde klassen. De ene helft heeft ‘s ochtends les. De andere helft ‘s middags. Om de uitslapers tegemoet te komen, wisselt het schema wekelijks. "In de 4 lesuren per dag krijgen ze theorie. Thuis doen ze dan de praktijkopdrachten’’, legt Jeroen Jansen uit. "Dat is goed te doen want de studenten werken veel met de computer. Het is een opleiding waarbij ze technische tekeningen van bijvoorbeeld woningen maken en renovaties voorbereiden. Dat gebeurt met 3D-tekenpakketten. Je merkt dat het met meer praktisch onderwijs moeilijker is. De studenten binnenhuisarchitectuur bijvoorbeeld, maken maquettes en tekenen met de hand. Dat is thuis lastiger,” weet Jeroen.

Studenten gaan graag naar school

De studenten waarmee Jeroen werkt zijn tussen de 16 en 20 jaar oud. Van verzuim merkt hij niets. De opkomst is misschien zelfs hoger dan voor corona. ,,Eigenlijk alleen op verdenking van corona blijven studenten thuis. Voorheen wilden ze wel eens eerder weg ‘omdat ze de bus moesten halen’. Nu willen ze graag naar school!”
Jeroen merkt wel een verschil tussen de eerste coronagolf en nu. Toen was corona ‘eng’ vanwege onbekendheid. ,,De studenten waren snel afgeleid en met heel andere dingen bezig”, zegt Jeroen. ,,Nu weten we meer én zitten de maatregelen goed tussen de oren. Ze maken uit zichzelf hun bureau schoon, wassen hun handen en gebruiken een mondkapje bij het wisselen van lokalen. En ja, zo goed mogelijk houden ze 1,5 meter afstand. Ik hoef ze nauwelijks aan te spreken.”

“Corona beperkt al zo’n tien maanden de vrijheid van de studenten. Jeroen ziet dat de jongeren het uitgaan, het bijbaantje (met bijbehorende inkomsten) en de contacten missen. ,,De sprankeling ontbreekt. Ze draaien zeg maar tachtig procent. Ze zijn timide, er is geen feestvreugde in de klas maar het is ‘gezellig’.” Als Jeroen vraagt of ze het weekeinde nog iets leuks gaan doen: ‘neuh, niks’. En op maandag op de vraag: ‘nog iets leuks gedaan?’, volgt hetzelfde antwoord. ,,Het is echt zwaar voor ze. Dat proef ik als docent. Ze worden murw.”

Kleine klassen mogen blijven


De halve dagen les zijn daarom ook op sociaal vlak een verbetering vergeleken met het online lesgeven. Maar toch … ontspanning is nodig. In de tweede golf komt het voor dat jongeren naar een illegaal feestje gaan. Als hij het hoort, spreekt Jeroen ze er op aan. "We hebben het er over. Vaak erkennen ze dat het niet slim is. Maar ja, mijn invloed is beperkt. Ik weet natuurlijk niet of ze de feestjes links laten liggen. Ik merk dat kleinere klassen het leerrendement verhogen. Het is rustiger, ik ben meer bezig met kennisoverdracht. Voorheen moest ik meer corrigeren omdat het onrustiger en drukker was. Wat mij betreft blijven de klassen ook na corona kleiner omdat het effectiever is. Voor nu is het vooral een kwestie van volhouden en we komen er samen wel!”

Het verhaal van Jeroen is geschreven op 7 december 2020, voor de tweede lockdown waarin er weer digitaal werd lesgegeven.

Dit verhaal maakt deel uit van de gemeentelijke coronacampagne ‘Gouda, geef elkaar de ruimte’ waarin Gouwenaars hun persoonlijke verhalen vertellen, en hun zorgen maar ook hoopvolle lichtpuntjes delen.



corona  /  mbo