#220

Het trieste verhaal van Edith Beek Paul Beek

Edith Beek landscape

Dit verhaal is geplaatst in de categorie personen & verenigingen, historie & archeologie.

Alle categorieën

Het verhaal van Edith, een negenjarig Joods meisje uit Gouda, geboren in Oss. Zij komt gescheiden van ouders en broer in Auschwitz, waar ze meteen naar de gaskamer wordt geleid.

Vrijdag 19 november 1943. In de veewagons zitten 995 Joden, zo is doorgegeven. Ze komen uit Nederland, uit het doorgangskamp Westerbork. Volgens het dagboek van Philip Mechanicus zitten in dat transport: Joden die als crimineel waren aangemerkt, Joden met een Palestinacertificaat (uitwisseling), leden van de Joodsche Raad, veel kinderen en jongeren, zieken en ziekenhuispersoneel.

Eén van de 166 kinderen in de trein naar Auschwitz is een klein meisje met blonde krullen. Edith Roseij Beek, negen jaar jong, uit Gouda. Zonder ouders en broertje; die zijn in haar land achtergebleven. Ze weet niet eens waar.

Van Westerbork naar Auschwitz

Edith wordt op dinsdag 29 juni 1943 in Westerbork geregistreerd. Onbekend is wanneer ze aankwam en met welk transport. Ze wordt ook nog ziek en ondanks de in oktober afgekondigde quarantaine wegens polio wordt ze op de trein gezet, de bekende dinsdagtrein, in dit geval op 16 november 1943.

Na een vermoeiende reis van drie dagen, vrijwel zonder eten en drinken en met in elke hoek een ton om de menselijke behoefte te doen, worden ze de trein uitgejaagd. Een aantal van hen komt door de selectie op de Rampe. Edith en 530 anderen – vrouwen, kinderen en ouderen – worden meteen een ruimte ingebracht die eruitzag als een kleedkamer, onder begeleiding van de SS. Na het uitkleden zullen ze worden gedesinfecteerd en gaan douchen, zo is hun verteld. In die kille, koude doucheruimte is Edith nog meer alleen. De douchekoppen zijn net echt, maar geven geen water. Vanuit het dak stroomt het gas Zyklon B naar binnen. Dat maakt een einde aan het prille leven van Edith, ver weg van haar familie en haar schoolvriendinnetje.