#340

Goudse Guido vereeuwigd in De Kuip Ellen Mannens

Guido met motor kleiner
Guido met motor

Dit verhaal is geplaatst in de categorie sport, spel & recreatie, personen & verenigingen.

Alle categorieën

“De arts zei: ‘Gaat u maar even zitten’ en ik wist genoeg. Want dat zeggen ze altijd als er iemand dood is.” Ellen Mannens herinnert zich nog steeds de woorden die de arts meer dan twintig jaar geleden sprak toen haar broer Guido in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) lag.

Vandaag, 20 januari 2022, zou de Goudse Guido Mannens 45 jaar zijn geworden. Maar op de dijk tussen Moordrecht en Gouda komt er plotsteling een eind aan zijn leven. Op 24 mei 1998 overlijdt Guido op 21-jarige leeftijd aan de gevolgen van een eenzijdig motorongeluk. “Guido was de veiligste rijder, maar het was pech, zoveel pech.” Zijn vader Fons, moeder Anke, zus Suzan en jongere zus Ellen moeten verder leven zonder hun Guido. “Ik kan me niet voorstellen dat ik al zolang zonder hem leef,” zegt Ellen beschouwend.

Verhaal delen of zwijgen

In een café in haar huidige woonplaats Rotterdam probeert Ellen haar verhaal over haar oudere broer Guido onder woorden te brengen. “De eerste periode na het ongeluk waren we te bescheiden met het delen van het verhaal. Mensen schrikken zich kapot. En we wilden andere mensen niet laten schrikken. Het fijnste is dan om in je eigen kleine kringetje te blijven. Daarbuiten zet je een masker op. Je weet niet hoe het werkt. Je moet mee om zelf te overleven. Beetje op je tenen lopen en dan maar niets laten zien, want anders breng je anderen in verlegenheid. Daarom zit ik hier nu nog te stotteren. Ik moet normaal doen, stampte ik er bij mezelf in. Mag ik hier wel aandacht voor vragen? Maar tegelijkertijd voelde het niet eerlijk naar mijn broer om het te verzwijgen.”

Noodlottig ongeval

Guido maakt op die bewuste zondag in mei 1998 samen met zijn twee vrienden, de broers Tim en Ido, een motorrit vanuit de Rietzoom. Omdat Tims motor kapot is, stapt hij bij Guido achterop. Ido rijdt erachteraan. Na een tocht door de polder rijden ze terug van Moordrecht naar Gouda. Guido raakt in de bocht van de weg af en probeert weer op de weg te komen. Dan krijgt zijn motor grip en schiet dwars de weg over, schuurt langs de vangrail en Guido eindigt zelf met zijn bovenlijf tegen de lantarenpaal. Even later arriveert de ambulance en brengt Tim naar het toenmalige Bleulandziekenhuis in Gouda. Guido wordt in kritieke toestand met een traumahelikopter vervoerd naar het UMC. Fons en Anke weten op dat moment nog van niets. Zij zijn een weekendje aan het zeilen in Friesland en een mobiele telefoon hadden ze in die tijd nog niet. Zus Suzan woont en studeert in Berlijn. Ellen is inmiddels al bij haar broer in het ziekenhuis. Dezelfde avond overlijdt hij. Ellen: “Als die paal en vangrail er niet hadden gestaan, was het niet gebeurd. De politieagent zei tegen ons dat we goed moeten onthouden dat Guido niet te hard heeft gereden.”

Guido: mijn voorbeeld

Ellen is 18 jaar als ze haar broer verliest. Tweeëneenhalf jaar jonger dan haar grote broer, met zijn donkerbruine ogen, wijde broek, geblokt overhemd en altijd ‘Adidasjes’ eronder. Ellen verwoordt dat ze als broer en zus heel goed zijn samen. “We deden veel samen, van kinds af aan, zoals spelen met de Lego en Playmobil op de grote plank onder zijn hoogslaper. Later, toen we ouder waren dachten ze wel eens dat wij verkering hadden! Ik ben blond, en hij is donker. Blijkbaar leek het soms zo. Guido was mijn voorbeeld. Wat hij wilde, wilde ik ook. Omdat hij ouder was, ontdekte hij dingen eerder. Alleen uitgaan in So What heb ik eerder ontdekt. Daar gingen we dan ook samen heen, en de volgende ochtend aan het ontbijt met eieren en spek namen we alles van de nacht ervoor nog eens door. Voor So What ging hij minder vaak stappen, want hij spaarde voor zijn motor.”

Sparen voor een Japanner

Guido weet precies wat hij wil met zijn motor en zorgt dat hij dit ook voor elkaar krijgt. Hij wil per se een Japanse motor kopen en geen Amerikaanse, want ‘die vallen uit elkaar’. Hij spaart er jaren voor en geeft niet te veel geld uit. Op de dag van het ongeluk heeft Guido de motor net een paar maanden. Ellen weet nog goed hoe doordacht en gedisciplineerd haar broer was: “Jas dicht voordat hij op de motor stapt, niergordel om, oordoppen in die hij op maat had laten maken, stevige schoenen aan en natuurlijk nooit in een korte broek. Guido vond het leuk om met zijn Honda te gaan rijden. Zelf heb ik twee keer bij hem achterop de motor gezeten. Naar de brug bij Waddinxveen, de Coenecoop, want dat was zo’n goede bocht.”

Feyenoord: voor altijd de eerste

Een andere grote liefde van de jonge Guido is Feyenoord. Fons en Anke komen uit de Rotterdamse deelgemeente IJsselmonde en de liefde voor de club is met de paplepel ingegoten. Zijn oom Peter neemt Guido voor het eerst mee naar een wedstrijd van Feyenoord. Thuis vertelt hij in geuren en kleuren hoe het was. Ellen herinnert zich dit nog: “Ze zaten in vak T, het was in de tijd van Oe-Aa-Ed de Goey. Guido zat iedere week als een zenuwpees voor de tv als Feyenoord speelde, maar toen hij voor het eerst naar de Kuip ging, werd het écht. Een jaar na zijn overlijden, in 1999, werd Feyenoord kampioen. Ik was boos op Feyenoord. Waarom spelen jullie slecht als hij leeft, en zijn jullie nu kampioen? Zelfs een voetbalclub kan je de schuld geven.” De boosheid van toen duurde niet lang: inmiddels is Ellen auteur van het boek ‘Voor altijd de eerste’ over de winst van de Europacup van Feyenoord uit 1970 en redacteur bij het Feyenoord magazine.

Muziek als uitlaatklep

Muziek is ook een uitlaatklep van Guido. Harde muziek. Bands als Madball en Korn daar houdt hij van. Lachend vertelt Ellen hoe hij op Lowlands eind jaren 90 vooraan op het veld in de moshpit stond en op het moment dat hij om zich heen keek, alle grote gasten aan de kant waren gegaan voor hem. “Trots was hij.” Met een glimlach vervolgt ze het verhaal: “Hij was eens in Woerden op een feestje van een punkbandje en zijn tand brak af in de moshpit. De bandleden vonden het hartstikke stoer, dat dit tijdens hun optreden gebeurd was, maar eigenlijk was Guido’s tand ooit al afgebroken op de glijbaan van de kinderboerderij.”

Liever gelukkig dan rijk

Rock, motoren en Feyenoord als passies, dat klinkt als een stoere vent, maar Ellen schetst ook een beeld van de zachtaardige, serieuze Guido. “Hij had van die heerlijk relativerende uitspraken. Mijn vader zei altijd gekscherend tegen mij: ‘trouw een rijke man met een boot, want ik wil een zeilboot.’ Mijn broer reageerde dan naar mij dat ik dat vooral niet moest doen. ‘Ik hoef niet rijk te zijn, als ik maar gelukkig ben’, zei hij dan.” In zijn jeugd geeft hij niet om de wedstrijden of competities bij atletiek en hij kiest later dan ook voor kyokushinkai karate, een soort zelfverdedigingskunst. Een demonstratiesport. Dat past beter bij hem. “Hij was niet zo’n standaard stoere gozer van ik zit op voetbal en zuip bier,” vertelt Ellen. “Iedereen kent hem als een clown en nar, maar zijn serieuze kant kenden niet veel mensen. Hij was een overdenker. Ook als er tijdens het stappen meiden naar hem keken. Hij vroeg zich altijd af of ze naar hem keken omdat ze hem gek vonden doen of omdat ze hem leuk vonden.”

Diploma na overlijden

Guido zit in het laatste jaar van de opleiding Motorvoertuigentechniek in Rotterdam. Dat terwijl hij zich aanvankelijk had ingeschreven voor een opleiding om met dieren te gaan werken. Ellen blikt terug: “Guido had de grootste hekel aan school, hij vond het echt een crime. Op een gegeven moment zitten we in de auto terug van vakantie en had hij net de richting motorvoertuigentechniek ontdekt. Hij vroeg aan mijn ouders of hij dat mocht gaan doen, en dat was goed. Mijn ouders vertrouwden altijd op onze eigen keuzes. Nu was hij zelfs tijdens zijn studie ook bezig met motoren. Op het moment dat hij overleed, zat hij in het laatste jaar. Een paar weken na zijn overlijden hebben wij zijn diploma nog opgehaald. Zo cru. Kon hij eindelijk van school, gaat hij dood.”

Mee in de stroom van het leven

“Het valt me nu pas op hoe lang het geleden is en hoeveel herinneringen ik zonder hem heb gemaakt. Het is al ver weg gezakt. Als ik over hem praat, is het over zijn dood of de periode vlak erna, maar niet over het leven met hem. In het begin dacht ik ook nog wel eens: ‘oh dit moet ik hem vertellen’, maar dat heb ik nu niet meer. Ik leef inmiddels langer zonder hem dan met hem. Vroeger kon ik hem altijd in mijn leven plaatsen, maar nu lukt dat niet meer. Ik kan hem er niet meer bij bedenken. Ik besef hoe klein de herinneringen eigenlijk nog zijn en dat is een raar idee. Vlak na Guido’s dood las ik een interview met Lee Towers. Die zei: ‘Je moet toch weer mee in de stroom van het leven’ en dat is hoe het werkt.”

Eerbetoon bij Feyenoord

Guido minder paars 2


Sinds vorig jaar staat de naam van Guido bijgeschreven op het Herdenkingsspandoek van Feyenoord. Een gigantisch groot spandoek met daarop de namen van overleden fans. Tijdens de openingswedstrijd van het seizoen rollen de fans dit uit en is er in het stadion één minuut stilte. Wat een prachtig eerbetoon aan Guido dat hij in deze vorm toch jaarlijks bij zijn club Feyenoord in de volle Kuip aanwezig is.