#360

Drie korbeelkoppen uit de Barbarakapel Gert Jan Jansen

Korbeel aangepast
Foto: Nico J. Boerboom


Aandacht voor drie houten koppen uit een gebouw dat allang verdwenen is uit het straatbeeld, het Sint-Barbaraklooster tussen de Kuiperstraat, de Keizerstraat en de Raam.

De drie eikenhouten korbeelkoppen staan in de Schatkamer van Museum Gouda, het open depot. Het gaat om versieringen van zogenaamde korbeel- of karveelbalken, waarmee liggende balken worden ondersteund. Het is niet duidelijk of de koppen bepaalde personen (heiligen?) uitbeelden.

Koor maakt plaats voor kleimolen

Wat is er zo bijzonder aan? De koppen zijn waarschijnlijk rond 1500 aangebracht. Na de Reformatie heeft de stad Gouda de kapel van het klooster verkocht aan een particulier. De korbeelkoppen bleven zitten. De toren is altijd eigendom van de gemeente Gouda gebleven. Uiteindelijk ontstonden op de plaats van de kapel vier verschillende panden. In het voormalige koor werd een kleimolen geplaatst, aangedreven door een paard of een ezel; een rosmolen. Aan het eind van de negentiende eeuw werd hier, aan het eind van de Keizerstraat, door de familie Van Mensch een dubbel woonhuis gerealiseerd.

Barbaratoren

Koppen naar tentoonstelling Gouda 600

In 1872 zijn de koppen door Jacobus van Mensch ingebracht in een tentoonstelling. De stad Gouda bestond toen 600 jaar. Hij gaf - met vele andere Gouwenaars - gehoor aan de oproep om ‘oudheden’ aan te leveren voor de tentoonstelling. De Goudsche Courant van 27 juli 1872 somt alle tentoongestelde objecten op, waaronder ‘Nr. 42, de drie koppen, uit de St. Barbera’s kapel, thans den kleimolen in de Keizerstraat’. De tentoonstelling groeide uit tot een permanent museum, dat uiteindelijk Museum Gouda werd. De korbeelkoppen bleven onderdeel uitmaken van de vaste collectie van het museum.

Het verleden niet vergeten

In 2015 is dit in herinnering gebracht door Ed van Mensch uit Hilversum, die er een boekje over maakte. Zijn voorvader Jacobus van Mensch (*1813 - †1889) was kleimolenaar. Vanaf 1856 woonde hij met zijn gezin op Keizerstraat 102. Zijn kleimolen stond in het pand ernaast.

Jacobus van Mensch heeft de koppen gered door ze te schenken aan de voorloper van ons museum. Toen in de tweede helft van de negentiende eeuw de moderne tijd doorbrak moesten vele historische gebouwen plaatsmaken voor nieuwbouw. Gelukkig hebben velen in het hele land zich net als Jacobus van Mensch ingespannen om bouwfragmenten te redden en werden er op initiatief van de burgerij musea gesticht met het doel het verleden niet te vergeten.

De verhalen van DieGoude zijn eerder gepubliceerd in Weekblad deGouda.