#131

Dekkertje, vrolijke handelaar en allemansvriend Naomi van Nuland

Of het kogelgat in de muur nog zichtbaar is, weet ik niet. Wel ken ik de verhalen. Mijn overgrootvader Arie Dekker, geboren in 1887 liep tijdens de Tweede Wereldoorlog ná de avondklok zijn tuin in.

Het tafellaken uitkloppen dóe je ook niet binnen. De Duitsers namen de spertijd erg serieus en Dekker ontsnapte maar net aan de kogel die de bijkeuken in vloog. Arie Dekker, een klein, mager mannetje, ook wel Dekkertje genoemd, was een echte handelaar. Hij leefde vrijwel de hele 20e eeuw en bereikte de leeftijd van 101 jaar, waardoor hij in 1988 de oudste Gouwenaar werd.

Stroopwafelbakkerij en Gouden tientjes

Dekkertje, geboren in Stolwijk en opgegroeid aan de IJssellaan, startte als bakkersknecht waar hij de hondenkar met brood voorttrok. Later werd hij eigen baas. Hij begon een stroopwafelbakkerij op de Nieuwe Haven, had een fietsenhandel, was dansleraar en handelde in Gouden tientjes. Praatjes maakte hij met iedereen en met de trein ging hij naar Rotterdam want ook daar had hij zijn contacten. Netwerken deed hij al voordat het überhaupt bestond. Met een sigaar van Van Vreumingen, een borreltje en z’n goedlachse praatjes kreeg hij van alles voor elkaar. In de oorlog zat hij in de zwarte handel omdat hij vanuit de bakkerij over genoeg meel beschikte. Dekkertje en zijn vrouw Gijsbertha van Dijck verleende in die periode ook onderdak aan zes soldaten. Dit vonden hun twee dochters natuurlijk uitermate interessant. Verkering bleef dan ook niet uit.

Fietsen op de stoep

Twee oorlogen, het grootbrengen van een gezin, het verlies van een dochter en het overdragen van zijn stroopwafelbakkerij later, gaat Dekkertje in de Ronssehof wonen. Hier spreekt hij met de directeur af, dat hij na sluitingstijd nog naar binnen mag. Ook is in die tijd het roken van sigaren in een verzorgingshuis nog heel gewoon, wat hem goed uitkomt. Voor zijn leeftijd en zijn sigarengebruik was hij nog fit en hij fietste tot z’n 92-ste door Gouda. De politie had Dekkertje een vergunning gegeven om op de stoep te mogen fietsen. Later loopt hij ook vaak met de fiets aan zijn hand van de Ronssehof naar de markt.

Mijn overgrootvader ‘Opa Dekker’ leefde in een wereld die er totaal anders uitzag dan nu; geen internet, geen computers, geen smartphones, geen tv, geen auto. Sinds een paar weken kan ik nu ook zeggen dat ik een avondklok heb meegemaakt vanwege Corona. Maar als ik zo eens in de geschiedenis duik, is het geen vergelijk met toen. Gelukkig maar.