#326

De Guldenbrug Wim van de Coevering

De guldenbrug
Foto uit ‘Gouda van 1900 tot Nu’

Wist je dat De Guldenbrug in 1972 voor één gulden is geschonken door de Firma Nederhorst, toen het bedrijf 100 jaar bestond? Voor die tijd voer er een pontje heen en weer. Daar mocht ik mijn ome Jaap Bron regelmatig helpen, want hij was de brugwachter.

Ik werd in 1949 geboren in De Bockenbergstraat in de wijk Korte Akkeren en heb levendige herinneringen aan deze bruisende wijk. Er woonde ook redelijk wat mensen van stand. Velen hadden een eigen zaak in de stad en ja, die gingen allemaal met het pontje naar de overkant.

Levendig Korte Akkeren

Je kunt het je nu misschien niet meer voorstellen, maar vroeger was de Prins Hendrikstraat echt een drukke winkelstraat en ook de Herenstraat was prachtig. Ze hielden ook een wedstrijd welk straat met kerst er het mooiste uit zag. De Bockenbergstraat won regelmatig. De kop van de straat was prachtig versierd.

Ik kan me de winkels zo voor de geest halen. De schoenenwinkel van Jansen. Het timmerbedrijf van de Groot waar ik hout moest halen als er thuis wat te timmeren viel. De sigaretten voor mijn vader kocht ik bij mevrouw Hoonhout.

Allemaal herinneringen. De duimdrop van oma Mourik. Het paard van de groenteboer van Nieuwveld. De patatzaak op de hoek van de Moordrechtse Verlaat en de Prins Hendrikstraat. Aan de overkant de bloemenzaak Gorissen.

Uit straten en poortjes

En dan had je natuurlijk de grote kleifabriek van Vingerling en de plateelfabriek van Zenith. Als de fluit ging, dan was het een komen en gaan, uit straten en poortjes, van mensen die op tijd bij hun werk moesten zijn of gingen eten. De mensen van de pijpenfabriek in De Kuiperstaat namen natuurlijk ook het pontje.

Veel veranderd

Er is een hoop veranderd; de fabrieken zijn er niet meer. Alleen nog de Guldenbrug als verbinding van de binnenstad naar de wijk Korte Akkeren.

Ik weet als Goudoloog veel over mooie plekken in Gouda, maar deze plek blijft speciaal voor mij, verwant aan mijn levendige jeugd in Korte Akkeren.

Dit verhaal werd opgetekend in het eerste Goudse Verhalenpunt: Café Van Noord.