#126

Brand! John Tillemans

Iedere avond, jaren achtereen, vond hetzelfde ritueel plaats voordat mijn vader naar bed ging. Op een stoel in de woonkamer werd, instapklaar, een zwarte overall gehangen, een paar sokken erbij en snelle instappers.

We woonden aan de Nieuwe Haven, tegenover de brandweerkazerne. In tientallen huizen rondom de kazerne vond dit ook plaats. Als 's nachts het alarm afging, was het zaak om zo snel mogelijk in de kazerne te zijn, het liefst als eerste.

Pyromaan

Het was in de jaren rond 1965. In ons huis hing een oorverdovende bel die een paar honderd keer per jaar afging en niet alleen overdag. Iedereen in huis en ook onze buren werden er wakker van. En was het niet van de bel, dan was het van het haastig de trap af rennen, of het hard dichtsmijten van de voordeur. Ik keek soms uit het raam van mijn slaapkamer en zag ze rennen; de brandweermannen van onze straat, overdag lasser, kapper, timmerman, loodgieter, elektricien, monteur, kantoorman. Allemaal lid van de vrijwillige brandweer. En bloedfanatiek. In iedere brandweerman school ook een pyromaan, een goeie fik wilden ze niet missen.

Pieper

Een paar minuten later vertrok er minstens één brandweerauto, soms meer, als het groot alarm was. Zware diesels die in onze straat geen sirene nodig hadden, maar toch iedereen wakker maakten. Van rustig rijden kon geen sprake zijn.

Wat later werd de bel vervangen door een handzame pieper die in ieders broekzak paste. Na de piep volgde de boodschap als: grote uitslaande brand bij de garenspinnerij of een auto in de fik op nieuwjaarsnacht. Het dichtslaan van de voordeur en de ronkende dieselmotoren maakten er niet minder lawaai door, de hele straat was weer wakker. En op iedere werkdag in de morgen ging de wekker van wakker worden, want ook het gewone leven ging door.

Brand  /  Kazerne  /  Nieuwe Haven