#451

Al ben ik klein, ik wijk voor niemand Peter Meijer

Henk en Ina

Dit verhaal is geplaatst in de categorie personen & verenigingen, feesten & evenementen.

Alle categorieën

Een verhaal om over na te denken

Het is 1972 en Gouda viert het 700-jarig bezit van de stadsrechten. In het (echte) stadhuis werkt Henk Nuvelstijn als bode. Samen met zijn lieve vrouw Ina Klever – ze zijn 13 jaar getrouwd – vieren ze dit feest in het stadhuis en ook in de Sint Jan. Hun kleding is door Ina zelf gemaakt. Het pak van Henk is prachtig met veel details, gouddraad, mooie knopen, prachtige befjes en een kraag. De jurk van Ina is hemelsblauw en op haar hoofd een prachtig hoedje met voile aan de achterzijde. Het zijn twee prachtige, verliefde en zeer trotse mensen.

Geef Gouda door

We zijn vijftig jaar verder. Henk is inmiddels 87 jaar, Ina wordt in mei 80 jaar. Vandaag ga ik bij ze langs. Ze hebben, dankzij bemoeienis van de lieve Mieke Bohnen, een bijzonder cadeau voor mij. Of eigenlijk: voor Gouda750 in de persoon van Marina Perdijk. De kostuums van Gouda700 die ze al die jaren zorgvuldig hebben bewaard ‘geven ze graag door’, zoals het motto van het feest nu luidt.

Levensverhalen

Vanaf het moment dat de deur opengaat en mijn bos bloemen met een stralende lach in ontvangst is genomen, is er een sfeer van diepe vriendelijkheid en warmte. Het wordt een bijzondere ontmoeting die lang nazindert op mijn net- en trommelvliezen. Hun levensverhalen klinken in mij na als een boeiende roman in de stijl van A. den Doolaard. Ik mag een klein stukje van geluk doorgeven aan jullie.

Hongerwinter

Henk

Henk Nuvelstijn is tien jaar oud als de oorlog uitbreekt in Nederland. Hij herinnert zich die tijd vooral als een spannende tijd. Samen met zijn zusje kogelhulzen zoeken, sommige waren nog warm! Ook samen kijken op het station naar de treinen was opwindend. Of met vader naar de moestuin die hen in leven hield in de hongerwinter: “Je eet ervan, dus help je mee”, zei zijn pa.

Van grote vaart naar het stadhuis

Na de oorlog moet hij gaan werken. Zijn moeder troont hem mee naar de plateelfabriek Zuid-Holland, maar daar ziet hij zichzelf niet werken. Dat ga ik niet volhouden, dacht hij. Als jongeman van amper achttien trekt hij de stoute schoenen aan en probeert letterlijk aan te monsteren op een schip in Rotterdam. Dat lukt en van lieverlee klimt hij op tot steward op de Holland Amerika Lijn. Zijn onberispelijke ‘conduitestaat’ helpt hem daarbij. Hij is zeer serviel zoals hij dat noemt, dienstbaar. In die tijd was je, zodra je het schip weer af moest, in de haven direct weer werkloos. Het loon was slechts een basisloon en de rest werd bijverdiend met fooien. Henk ontmoette – of eigenlijk bediende – in die tijd beroemdheden zoals Fidel Castro, Jacky Kennedy en de verliefde Beatrix en Claus. Henks ogen glimmen als hij dit vertelt en zijn Ina glimt net zo hard mee. Daarna werd Henk bode en zelfs hoofd van de bodedienst op het stadhuis, waar hij ruim 22 jaar werkte.

Liefde en kracht

Ina

Zijn nog steeds beeldschone vrouw Ina had het ondertussen als vrouw van een zeeman niet gemakkelijk. Voor die tijd was ze eigenlijk een heel geëmancipeerde vrouw. Als echtgenote van een zeeman werd ze met de nek aangekeken. Ze was een ‘gevaar’ voor de andere mannen. Maar Ina hield stand, al heeft ze wel eens gewenst dat het afgelopen was met de relatie. Ze werkte erbij en deed bijvoorbeeld productiewerk aan huis en wist zo te sparen voor hun eerste huisje samen. Ze werkte hard en zette door, soms tegen de stroom in.
Ze woonde als klein kind op de Hoge Gouwe boven een moeren- en boutenfabriekje en heeft veel armoede gekend. Maar ze had een sterke wil, een ware doorzetter. En zo groeiden ze samen tot een sterke eenheid die ik vandaag in die woonkamer ook zo ervaar. De liefde én kracht spat ervan af.

Woning onteigend

Dieptepunt in hun leven was misschien wel het kwijtraken van hun huis aan de Voorwillenseweg. De nieuwbouw rukte op en hun grond werd uiteindelijk onteigend. Henk vergeet nooit dat hij de onteigeningsakte die dat lot bezegelde, zelf aan de burgemeester moest aanbieden om te ondertekenen: dat was nu eenmaal zijn werk. Het knakte hem.
Samen hebben ze toen nog een tijdje in Drenthe gewoond, in Dalen, Daar kon je een goedkoop huis vinden. Woningnood bestond toen ook al. Maar uiteindelijk keerden ze voor de kleinkinderen toch weer terug naar Gouda. Ze wonen nu in Haastrecht in een fijn huisje aan de rand van het dorp.

Blijmoedig

Wat een bijzondere en mooie mensen heb ik mogen ontmoeten. Ze ervaarden het bezoek als een mooi moment om nog eens aan bewogen en mooie tijden te mogen denken en herinneringen op te halen. Ongetwijfeld hebben ze er nog veel meer … Wie weet komt dat boek er ooit nog eens?
Ik heb in elk geval twee mensen ontmoet die het woord ‘blijmoedig’ voor mij een nieuwe betekenis hebben gegeven. Blij, met elkaar en met wat het leven hen gebracht heeft, maar vooral ook moedig om in zo’n lang leven te blijven knokken voor hun liefde voor het leven.

En die kostuums? Misschien dat ik hem zelf wel aantrek, op Zotte Zaterdag. Want Erasmus is voor Henk een inspiratie. De spreuk ‘Al ben ik klein, ik wijk voor niemand’ is hun gezamenlijke lijfspreuk geworden en gebleven.
Dag Ina, dag Henk, het ga jullie goed!